6.5
Monitoren van een nieuwe patiënt
Om te starten met het monitoren van een nieuwe patiënt, moet de patiënt eerst in het
patiënteninvoerscherm worden toegevoegd. Zodra op oké wordt gedrukt, verschijnt de
bevestigingspagina
6.6
Monitoren van een bestaande patiënt met een nieuwe probe
Om te starten met het monitoren van een bestaande patiënt moet de gebruiker de knop Bestaande
patiënt selecteren op het patiëntinvoerscherm.
Het patiënt-ID kan worden gewijzigd als een automatisch ID-nummer nog niet eerder is gewijzigd
voordat bevestiging wordt ingedrukt.
Deze actie associeert alle bestaande gegevens voor die patiënt met de nieuwe probe.
Zodra de gebruiker de patiëntselectie heeft bevestigd, wordt het bevestigingsscherm weergegeven
A. Selecteer patiënt aan monitor - Geeft huidige
modus weer
B. Patiënt-ID - Patiënt-ID-kolom, selecteer pijl om
de volgorde van hoog naar laag of van laag naar
hoog te wijzigen
C. Invoer - Invoerkolom - Gebruikt om de kolom
van hoog naar laag of van laag naar hoog te
sorteren
D. Laatst gebruikt - Laatst gebruikte kolom -
Gebruikt om de kolom van hoog naar laag of van
laag naar hoog te sorteren
E. Duur - Gebruiksduurkolom - Staat de gebruiker
toe om de kolom van hoog naar laag of van laag
naar hoog te sorteren
F. Patiëntenlijst - Overzicht van alle beschikbare
patiënten
G. Scrollbar - Gebruikt om te scrollen door
patiënten die off-screen zijn
H. Selecteren - Gebruiker selecteert patiënt en
gaat verder
I. Terug - Keert terug naar het patiëntinvoerscherm
A. Patiëntinformatie - Geeft
informatie over de patiënt
B. Bevestiging - Gebruikt
om de informatie te
bevestigen
C. Terug - Terugkeren naar
het vorige scherm
Pagina 23