6.
Startschermen
Als het TrueVue-systeem wordt ingeschakeld, is het eerste scherm dat wordt weergegeven afhankelijk
van of er een probe is aangesloten en de geldigheid van de probe:
•
Als er geen probe is aangesloten, kan de gebruiker toegang krijgen tot de Demonstratiemodus, de
gegevens van de patiënt bekijken, instellingen of gebruiksaanwijzing invoeren.
•
Als een ongeschikte probe wordt aangesloten, verschijnt er een bericht met die strekking.
Corrigeer deze situatie door een geschikte Deltex Medical-probe aan te sluiten op Dopplink.
•
Neem contact op met uw Deltex Medical vertegenwoordiger als een ongeldige probe is
aangesloten of gebruik een type probe waar het TrueVue-systeem wel geschikt voor is.
•
Als een probe met verlopen gebruikstijd wordt aangesloten, verschijnt er een bericht met die
strekking. Als er opgeslagen gegevens beschikbaar zijn voor de verlopen probe, kan de gebruiker
de gegevens bekijken of overbrengen.
•
Als een ongebruikte probe wordt aangesloten, kunnen gegevens worden gekopieerd van de lijst
van patiënten om de monitoring van een specifieke patiënt voort te zetten of kunnen de details van
een nieuwe patiënt worden ingevoerd.
•
Als een gebruikte probe wordt aangesloten, begin dan met monitoring of zet dit voort of breng de
gegevens over.
Als er ruimte nodig is voor een patiënt, wordt de gebruiker gevraagd om een
bestaande patiënt te wissen.
6.1
Indicator voor resterende probegebruiksduur
Als een probe wordt aangesloten op het TrueVue-systeem, wordt de resterende gebruikstijd van de
probe aan de rechterbovenkant van het scherm weergegeven, zowel in een cirkeldiagram als in tekst.
Als het resterend probegebruik afneemt, wijzigt het cirkeldiagram van groen naar amberkleurig. Als de
resterende gebruikstijd van de probe de 5 minuten bereikt, verandert de cirkel naar rood.
Als de gebruiksduur van de probe is verstreken, wordt "Probe verlopen" weergegeven
op een oranje balk en wordt de flowmonitoring (Doppler) onmiddelijk gestaakt. Als
geldige drukgegevens worden weergegeven, houdt de drukmonitoringmodus tot 12
uur aan (slechts 6 uur voor DP6). Als het nodig is om de monitoring van de patiënt
voort te zetten, dient de probe zo spoedig mogelijk verwisseld te worden.
6.2
Patiëntidentificatie
Patiënten moeten een identificatiecode toegevoegd krijgen aan hun details. Op het scherm Nieuwe
probe kan een automatisch identificatienummer worden gebruikt dat wordt aangemaakt door het
TrueVue-systeem, of de gebruiker kan een beter passend ID ingeven. Het automatisch nummer wordt
samengesteld uit de datum en tijd wanneer de probe werd aangesloten.
6.3
Startscherm
Het startscherm is het beginscherm dat laadt nadat de monitor is ingeschakeld
Pagina 21