FLUXUS G831ST-HT
7.3
Spanningsvoorziening
7
Aansluiting
De spanningsvoorziening wordt aangesloten door de exploitant. De exploitant moet een beveiliging tegen overstroom
(een zekering of een vergelijkbare voorziening) aanbrengen die bij een ongeoorloofd hoog stroomverbruik alle
stroomvoerende leiders onderbreekt. De impedantie van de aarding moet laagohmig zijn zodat de contactspanning niet
boven de geoorloofde bovengrens komt te liggen. De equipotentiaalklem doet dienst als functionele aarding van de
transmitter.
Important!
De beschermingsgraad van de transmitter is alleen gegarandeerd als de kabel voor de spanningsvoorziening goed
vast zit en zonder speling in de kabelschroefverbinding zit.
Transmitter met aluminium behuizing
• Sluit de kabel voor de spanningsvoorziening op de transmitter, zie paragraaf 7.3.1, Afb. 7.14 en Tab. 7.8.
Afb. 7.14: Aansluiting van de spanningsvoorziening op de transmitter
bovenste behuizing
achteraanzicht
onderste behuizing
vooraanzicht
1 – aansluiting van de spanningsvoorziening
2 – equipotentiaalklem
Tab. 7.8:
Klemmenfuncties
klem
aansluiting AC
L
fase 100...230 V
N
nul
randaarde
UMFLUXUS_G831ST-HTV1-3NL, 2022-11-01
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
L
N
(+)
(-)
AV
AVS ARS
AR
BV
BVS BRS
BR
2
klem
(+)
(-)
L
N
(+)
(-)
1
aansluiting DC
+
-
randaarde
7 Aansluiting
7.3 Spanningsvoorziening
67