3005273-2022-11-02
Voorwaarden voor
instelling
Opgelet
Brandstop (fireman-stop)
Voorwaarden voor
instelling
6.7.2 Brandklep - test
De functie kan ook gebruikt worden bij rookevacuatie en fireman-stop, indien er een omschakelaar met
3 standen geïnstalleerd en geconfigureerd is.
● De functie wordt geactiveerd als de digitale ingang Brandalarm (brandinstelpuntwordt geopend.
● EXcon-modules > Configureren > Digitaal in/uit Brandalarm (brandinstelpunt) moet geconfigu-
reerd zijn.
Ventilatorbedrijf bij brandalarm instellen
● Als de instelling 0% is voor beide ventilatoren zijn de kleppen naar de buitenlucht gesloten.
● Als slechts één van de waarden >0% is, zijn beide kleppen geopend.
● De ventilatoren worden in de ingestelde snelheid geforceerd als het brandalarm geactiveerd
wordt.
● Automatische reset van fireman-stop: Selecteer dat het alarm automatisch wordt gereset na
activering van de ingang "brandstop"
● Stop warmtewisselaar: Selecteer dat de warmtewisselaar stopt bij brandalarm.
Druk op Opslaan om de instellingen op te slaan.
Bovenstaande instellingen van de ventilatoren moeten voldoen aan de wettelijke overheidseisen.
De functie wordt gebruikt bij brand, bijv. bij een noodstop of rookdetectoren in het buitenluchtkanaal.
● EXcon-modules > Configureren > Digitaal in/uit Brandstop moet geconfigureerd zijn.
Als de ingang geactiveerd/geopend wordt:
● De VEX-unit stopt.
● Eventuele oversturingen en bedrijfsmodi worden geannuleerd.
● De warmteterugwinning stopt.
● Er wordt geen alarm geproduceerd.
● Als de VEX-unit in de brandkleptest is, wordt deze test gestopt.
● De HMI en webgebruikersomgeving vermelden Huidige status: Externe brandstop.
Deze parameter in het menu Brand kan gebruikt worden voor de automatische functietest van de
brandkleppen in het gebouw.
78/124
Installateursinstellingen