Download Print deze pagina

Exhausto EXcon VEX4000 Handleiding pagina 37

Verberg thumbnails Zie ook voor EXcon VEX4000:

Advertenties

3005273-2022-11-02
6.2 Regelmethoden
6.2.1 Luchtdebietregeling
Methode
Constante druk (VAV)
Constant luchtdebiet
Afvoerlucht slaaf
Toevoerlucht slaaf
Constant VOC/C O
2
Fan optimiser
(klephoekregeling VAV)
Fan optimiser slaaf
Constante motorsnelheid %
Dynamische druk
0-10 V afvoerlucht slaaf
0-10 V toevoerlucht slaaf
6.2.2 Temperatuurregeling
EXcon kan de VEX-unit op verschillende manieren regelen. De twee primaire methoden zijn: luchtde-
biet- en temperatuurregeling. Deze kunnen weer worden opgesplitst in elf optionele vormen van lucht-
debietregeling en vier vormen van temperatuurregeling.
Zie de volgende hoofdstukken voor een meer gedetailleerde beschrijving van de regelmethoden.
Beschrijving
De druk in het toevoerlucht- en afvoerluchtkanaal wordt cons-
tant gehouden.
Het toevoer- en afvoerluchtdebiet wordt constant op de inge-
stelde waarde gehandhaafd.
De druk in het toevoerluchtkanaal wordt constant gehouden.
Het toevoerluchtdebiet wordt gemeten en het afvoerluchtde-
biet wordt afgeregeld op dezelfde waarde in de slaaf.
De druk in het afvoerluchtkanaal wordt constant gehouden.
Het afvoerluchtdebiet wordt gemeten en het toevoerluchtde-
biet wordt afgeregeld op dezelfde waarde in de slaaf.
Het CO
-gehalte van de lucht wordt constant gehouden op de
2
ingestelde CO
-hoeveelheid (ppm). Er wordt een min. en
2
max. luchtdebiet gedefinieerd. Er kan een verschil worden in-
gevoegd tussen het toevoerlucht- en afvoerluchtdebiet.
Het toevoer- en afvoerluchtdebiet wordt automatisch geregeld
via een 0-10 V-regelsignaal van een externe regelaar in een
klepregelingsinstallatie (van het type Fan optimiser).
Het toevoerluchtdebiet wordt automatisch geregeld via een
0-10 V-regelsignaal van een externe regelaar in een klepre-
gelingsinstallatie (van het type Fan optimiser). Het afvoer-
luchtdebiet wordt in de slaaf van de toevoerlucht geregeld en
kan verschoven worden.
De snelheid van de ventilatoren wordt individueel geregeld op
basis van de ingestelde instelwaarden.
De druk in de kanalen en het luchtdebiet worden dynamisch
geregeld binnen de ingestelde min. en max. waarden.
Het toevoerluchtdebiet wordt geregeld via een extern 0-10 V-
signaal en het afvoerluchtdebiet wordt afgeregeld op dezelfde
waarde, met mogelijkheid tot verschuiving.
Het afvoerluchtdebiet wordt geregeld via een extern 0-10 V-
signaal en het toevoerluchtdebiet wordt afgeregeld op dezelf-
de waarde, met mogelijkheid tot verschuiving.
Methode
Beschrijving
Constante
De toevoerluchttemperatuur wordt constant op de ingestelde waarde
toevoerluchttemperatuur
gehandhaafd.
37/124
Installateursinstellingen
Opgelet
Vereist externe druksensor
Vereist een externe druksensor in
het toevoerluchtkanaal
Vereist een externe druksensor in
het afvoerluchtkanaal
Vereist een externe CO
-sensor.
2
Deze methode kan niet worden ge-
kozen als onder EXcon-modules >
Instellingen Gemoduleerde recir-
culatielucht is gekozen
Het regelbereik voor het luchtdebiet
wordt beperkt door de ingestelde
min.- en max.-waarde.
Het regelbereik voor het luchtdebiet
wordt beperkt door de ingestelde
min.- en max.-waarde.
Vereist twee druksensoren, één in
het toevoerluchtkanaal en één in het
afvoerluchtkanaal evenals luchtde-
bietmeting
Geen EXHAUSTO-leverantie
Geen EXHAUSTO-leverantie

Advertenties

loading