3005273-2022-11-02
Constant luchtdebiet
Mogelijke instellin-
gen
Max. luchtdebiet
Min. luchtdebiet
Constant luchtdebiet - ZONDER gemoduleerde recirculatielucht (recirculatie)
Voorwaarden voor
instelling
● De toevoerlucht- en uitlaatventilatoren worden geregeld ten opzichte van het luchtdebiet dat gemeten
wordt in het respectieve toevoerlucht- en afvoerluchtkanaal.
● De luchtdebieten worden gemeten/berekend door het verschil te meten tussen de statische en dyna-
mische druk over de ventilatoren.
● Het verschil tussen de statische en dynamische druk wordt gemeten met druktransmitters via EXcon
FanIO of PTH.
● Constant luchtdebiet - ZONDER gemoduleerde recirculatielucht
● Constant luchtdebiet - MET gemoduleerde recirculatielucht (recirculatie)
● Constant luchtdebiet - MET VOC/CO
DER gemoduleerde recirculatielucht
Voor deze drie instellingen geldt dat:
Het maximum luchtdebiet voor de VEX-unit is ingesteld onder: Fabriek > Instelling > Toevoerlucht/
afvoerlucht.
Het minimum luchtdebiet is vast ingesteld in de EXcon-regeling op 15% van het maximum luchtdebiet.
De instelwaarden voor Laag en Hoog kunnen daarom niet lager worden ingesteld dan deze waarde.
● EXcon-modules > Configureren > Instellingen: Normal moet gekozen zijn.
Ventilatorregeling (toevoerlucht/afvoerlucht):
● Lage snelheid: Instelwaarde instellen voor luchtdebiet bij lage snelheid
● Hoge snelheid: Instelwaarde instellen voor luchtdebiet bij hoge snelheid
Druk op Opslaan om de instellingen op te slaan.
Intermitterende recirculatielucht (recirculatie) ZON-
2
42/124
Installateursinstellingen