Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lengte Koelmiddelleiding En Hoogteverschil; De Elektrische Bedrading Voorbereiden; Over Het Voldoen Aan De Normen Inzake Elektriciteit; Vereisten Voor Beveiligingen - Daikin VRV IV RKXYQ5TAY1B Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Compressorunit voor binneninstallatie
Inhoudsopgave

Advertenties

4.2.5
Lengte koelmiddelleiding en
hoogteverschil
De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de
volgende vereisten.
c
a
H1
H2
EKEXV
L1
L2
b
H4
H3
a
Warmtewisselaarunit
b
Compressorunit
c
Koelmiddelaftakset
VRV DX
VRV DX-binnenunit
EKEXV
Expansieklepkit
AHU
Luchtbehandelingsunit
H1~H5
Hoogteverschillen
L1~L7
Leidinglengten
Minimum and maximum piping lengths
1 Warmtewisselaarunit →
Compressorunit
2 Echte leidinglengte
(a)
(equivalente leidinglengte)
3 Totale leidinglengte (x=L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)
Minimum
Maximum
4 EKEXV →AHU
5 Eerste aftakset → Binnenunit/
AHU
(b)
Maximum height differences
1 Warmtewisselaarunit ↔
Compressorunit
2 Compressorunit ↔ Binnenunit H2≤30 m
3 EKEXV ↔AHU
4 Binnenunit ↔ Binnenunit
(a)
Neem een equivalente leidinglengte van refnet-
verbinding=0,5 m en refnet-verdeler=1 m (voor
berekeningsdoeleinden van equivalente leidinglengte, niet
voor berekeningen van de koelmiddelvulling).
(b)
Elke unit kan de hoogste zijn.
4.3
De elektrische bedrading
voorbereiden
4.3.1
Over het voldoen aan de normen inzake
elektriciteit
Deze apparatuur is conform met:
RKXYQ5TAY1B
VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie
4P482265-1 – 2017.03
L7
L5
c
L6
L3
VRV DX
L4
H5
AHU
VRV DX
L1≤30 m
L2+L3+L4≤70 m (90 m)
L2+L5+L6≤70 m (90 m)
L2+L5+L7≤70 m (90 m)
10 m≤x
If
Then
L1≤30 m
x≤115 m
L1≤25 m
x≤120 m
L1≤20 m
x≤125 m
L1≤15 m
x≤130 m
L1≤10 m
x≤135 m
L1≤5 m
x≤140 m
L4≤5 m
L3+L4≤40 m
L5+L6≤40 m
L5+L7≤40 m
H1≤10 m
H3≤30 m
H4≤5 m
H5≤15 m
▪ Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op
voorwaarde dat de systeemimpedantie S
S
is op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en
sc
het openbare systeem.
▪ EN/IEC 61000‑3‑12 = Europese/internationale technische norm
die
de
grenzen
vastlegt
geproduceerd door apparatuur aangesloten op openbare
laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16  A en
≤75 A per fase.
▪ Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de
gebruiker van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig
in
overleg
met
de
distributienetwerkbeheerder,
apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding met een
kortsluitvermogen S
dat groter dan of gelijk is aan de minimum
sc
S
-waarde.
sc
Model
RKXYQ5
4.3.2

Vereisten voor beveiligingen

OPMERKING
Gebruik in geval van stroomonderbrekers met activering
door reststroom alleen die van het snelle type met een
nominale stroomsterkte van 300 mA.
Voeding: Compressorunit
De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering
op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving.
De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de
geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
tabel.
Model
Minimum
circuitampère
RKXYQ5
17,4 A
▪ Fase en frequentie: 3N~ 50 Hz
▪ Spanning: 380-415 V
Transmissiebedrading
Doorsnede transmissiekabels:
Transmissiebedrading
Maximale kabellengte
(= afstand tussen compressorunit
en verste binnenunit)
Totale kabellengte
(= afstand tussen compressorunit
en alle binnenunits, en tussen
compressorunit en
warmtewisselaarunit)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden
valt, kan het een communicatiestoring veroorzaken.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4 Voorbereiding
groter dan of gelijk aan
sc
inzake
harmonische
stromen
dat
de
Minimumwaarde van S
sc
3329 kVA
Aanbevolen
zekeringen
20 A
Ommantelde + afgeschermde
kabel (2 draden)
Plastic snoeren
0,75~1,25 mm²
(afgeschermde kabels voor de
transmissiebedrading zijn
optioneel)
300 m
600 m
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave