Omgevingstemperat
Vochtigheid
uur
≤30°C
75% tot 80% RV
>30°C
≥80% RV
Op de isolatie kan condens ontstaan.
▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit of in de
warmtewisselaarunit zou kunnen terechtkomen via openingen in
de isolatie en leidingen doordat de compressorunit hoger staat
dan de binnenunit of de warmtewisselaarunit, dan moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
a
Isolatiemateriaal
b
Afdichtingsmateriaal, enz.
5.6
Koelmiddel bijvullen
5.6.1
Voorzorgsmaatregelen voor het vullen
met koelmiddel
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R410A als koelmiddel. Andere
stoffen
kunnen
veroorzaken.
▪ R410A bevat gefluoreerde broeikasgassen. De waarde
van zijn globaal opwarmingspotentieel (GWP) bedraagt
2087,5. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Wanneer
u
koelmiddel
beschermhandschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
compressor te beschermen.
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de compressorunit, de warmtewisselaarunit en de
binnenunits worden uitgevoerd, werkt de compressor niet
voordat de communicatie tussen de compressorunit, de
warmtewisselaarunit en de binnenunits op een correcte
manier tot stand is gebracht.
OPMERKING
Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay
van de A1P-printplaat van de compressorunit normaal is
voordat u de vulprocedure begint (zie
activeren" op pagina
weergegeven,
zie
"8.1 Problemen
storingscodes oplossen" op
RKXYQ5TAY1B
VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie
4P482265-1 – 2017.03
Minimumdikte
15 mm
20 mm
b
a
ontploffingen
en
ongelukken
bijvult,
gebruik
altijd
stroom
te
voorzien
en
"6.1.4 Stand 1 of 2
19). Als een storingscode wordt
op
basis
van
pagina 25.
OPMERKING
Controleer of alle aangesloten units (warmtewisselaarunit
+ binnenunits) worden herkend (instelling [1‑5]).
5.6.2
Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld
moet worden
Formule:
R=[(X
×Ø12,7)×0,12+(X
1
R
Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel [in kg en
afgerond tot 1 cijfer na de komma]
X
Totale lengte [m] van vloeistofleiding maat Øa
1...3
A+B
Parameters A en B
Parameters A en B:
A
1,0 kg
Leidingen in mm. Bij gebruik van leidingen met een maat in mm,
vervang de gewichtsfactoren in de formule door de waarden in de
volgende tabel:
Leiding in inch
Leiding
Gewichtsfactor
Ø6,4 mm
Ø9,5 mm
Ø12,7 mm
5.6.3
Koelmiddel vullen
Koelmiddel bijvullen verloopt in 2 stappen:
Stap
Stap 1: Vooraf vullen Aanbevolen bij grotere systemen.
Stap 2: Handmatig
vullen
Stap 1: Vooraf vullen
Samenvatting – Op voorhand vullen:
Koelmiddelfles
de
Afsluiters
Compressor
1 Sluit aan zoals afgebeeld (kies één van de mogelijke
aansluitingen). Zorg ervoor dat alle afsluiters van de
compressorunit en klep A gesloten zijn.
Mogelijke aansluitingen:
5 Installatie
×Ø9,5)×0,059+(X
×Ø6,4)×0,022]×A+B
2
3
B
2,6 kg
Leiding in mm
Leiding
Gewichtsfactor
0,022
Ø6 mm
0,059
Ø10 mm
0,12
Ø12 mm
Beschrijving
U kunt deze stap overslaan, maar dan duurt
het vullen langer.
Alleen vereist als de berekende hoeveelheid
extra koelmiddel nog niet werd bereikt door
op voorhand vullen.
Aangesloten op de servicepoorten van de
afsluiters. Welke afsluiters worden gebruikt
hangt af van de circuits die u op voorhand
wil vullen:
▪ Circuit 1 en 2 tegelijk (verdeelstuk met
koelmiddellijnsplitters vereist).
▪ Eerst circuit 1, en dan circuit 2 (of
omgekeerd).
▪ Alleen circuit 1
▪ Alleen circuit 2
Gesloten
Werkt NIET
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
0,018
0,065
0,097
15