GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
6.1
Lokale instellingen uitvoeren
6.1.1
Over lokale instellingen
Om het warmtepompsysteem te configureren, is een input naar de
hoofdprintplaat van de compressorunit (A1P) vereist. Hierbij worden
de volgende componenten voor lokale instellingen gebruikt:
▪ Drukknoppen voor input naar de printplaat
▪ Een display voor weergave van de feedback van de printplaat
▪ DIP-schakelaars (verander de fabrieksinstellingen alleen bij
installatie van een keuzeschakelaar koelen/verwarmen).
Lokale instellingen worden bepaald door de stand, instelling en
waarde. Voorbeeld: [2‑8]=4.
Stand 1 en 2
Stand
Stand 1
Stand 1 kan worden gebruikt voor het
controleren van de actuele situatie van de
(controle
compressorunit. U kunt tevens de inhoud van
instellingen)
sommige lokale instellingen controleren.
Stand 2
Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van
lokale instellingen van het systeem. U kunt de
(lokale instellingen)
actuele waarde van de lokale instelling
raadplegen en wijzigen.
In het algemeen kan na het veranderen van
lokale instellingen de normale werking worden
hervat zonder speciale tussenkomst.
Sommige lokale instellingen worden gebruikt
voor speciale functies (bijv. 1-malige werking,
instelling aftappen/vacumeren, instelling
handmatig koelmiddel bijvullen, enz.). In dat
geval moet de speciale functie worden
afgebroken alvorens de normale werking kan
herbeginnen. Dit wordt aangegeven in de
volgende verklaringen.
6.1.2
Toegang tot de componenten voor lokale
instellingen
Zie
"5.1.1 Compressorunit openen" op
6.1.3
Componenten voor lokale instellingen
▪ Drukknoppen(BS1~BS3)
▪ 7-segmentendisplay (
):AAN (
▪ DIP-schakelaars (DS1 en DS2)
A1P
ON
DS1
OFF
1 2 3 4
ON
DS2
OFF
1 2 3 4
RKXYQ5TAY1B
VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie
4P482265-1 – 2017.03
Beschrijving
pagina 10.
) UIT (
) Knippert (
)
DIP-schakelaars
Verander de fabrieksinstellingen alleen bij installatie van een
keuzeschakelaar koelen/verwarmen.
▪ DS1‑1: Keuzeschakelaar koelen/verwarmen (zie
opties voor de compressorunit en de warmtewisselaarunit" op
pagina 6). OFF=niet geïnstalleerd=fabrieksinstelling
▪ DS1‑2~4:
NIET
GEBRUIKT.
FABRIEKSINSTELLING NIET.
▪ DS2‑1~4:
NIET
GEBRUIKT.
FABRIEKSINSTELLING NIET.
Drukknoppen
Gebruik de drukknoppen om de lokale instellingen in te stellen. Stel
de drukknoppen in met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld
een ingeklikte balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder
stroom zou aanraken.
▪ BS1: MODE: Voor het veranderen van instelmodus
▪ BS2: SET: Voor lokale instelling
▪ BS3: RETURN: Voor lokale instelling
7-segmentendisplay
Het display geeft de lokale instellingen weer die gedefinieerd worden
als [Stand-Instelling]=Waarde.
Voorbeeld:
6.1.4
Stand 1 of 2 activeren
Nadat de units ingeschakeld zijn, schakelt het display in de
standaardsituatie. Van hieruit kunt u naar stand 1 en stand 2 gaan.
Initialisering: standaardsituatie
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
compressor te beschermen.
Schakel de voeding van de compressorunit, de warmtewisselaarunit
en alle binnenunits in. Wanneer de communicatie tussen de
compressorunit, de warmtewisselaarunit en de binnenunits tot stand
is gebracht en normaal is, ziet het display er als volgt uit
(standaardsituatie bij verzending in de fabriek).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6 Configuratie
"3.3.1 Mogelijke
VERANDER
DE
VERANDER
DE
Beschrijving
Standaardsituatie
Stand 1
Stand 2
Instelling 8
(in stand 2)
Waarde 4
(in stand 2)
stroom
te
voorzien
en
de
19