5 Eerste stappen
5.2.7.
Gegevens printen / opslaan
Het uitprinten van gegevens gebeurt via toets
Opties. Het opslaan van gegevens gebeurt via het menu Opties.
Het menu
in vele menu's beschikbaar.
Om de rechter functietoets met de functie
bezetten, zie Rechter functietoets instellen pagina 44 .
Er worden alleen die meetwaarden geprint / opgeslagen waaraan
in het meetbeeld een weergaveveld werd toegewezen.
Om gegevens via de infrarood- of Bluetooth-interface naar een
protocol-printer te kunnen sturen, moet de gebruikte printer
geactiveerd zijn, zie Printer activeren:, pagina 48.
5.2.8.
Gegevens onthouden (klembord)
Met behulp van het klembord kunnen meetresultaten van
verschillende meettypen bij elkaar worden gebracht tot een
gezamenlijk protocol, dat geprint en opgeslagen kan worden (zie
boven). Het opslaan van de gegevens op het klembord gaat via het
menu
Als er gegevens op het klembord staan, verschijnt in de statusregel
het symbool
Als er gegevens op het klembord staan en de opdracht
Opslaan
klembord uitgeprint c.q. opgeslagen.
Per meettype (bijv.
meetgegevensrecord worden opgenomen. Opnieuw opslaan van
meetgegevens van een meettype overschrijft de eerder opgeslagen
gegevens. Bij een wisseling van de meetlocatie of de brandstof
wordt het klembord gewist.
5.2.9.
Foutmelding bevestigen
Bij optreden van een fout verschijnt op het display een foutmelding.
> Foutmelding bevestigen: [OK].
Opgetreden en nog niet verholpen fouten worden aangegeven door
een waarschuwingssymbool in de kopregel (
38
Opties
wordt via de linker functietoets opgeroepen en is
Tijdens een lopend meetprogramma kunnen de
meetgegevens parallel aan het opslaan worden uitgeprint.
Grafische lijnen kunnen met de Bluetooth® / IRDA printer
0554 0620 worden afgedrukt.
Opties
en de opdracht Klembord.
.
wordt gegeven, dan worden altijd de gegevens op het
Rookgas
[Opties]
→
Klembord
opgeslagen gegevens worden verwijderd.
[
Opslaan
of Trek) kan altijd maar één
wissen: Op het klembord
).
]
of het menu
Printen
of
te
Printen
of