3.21 Probleemoplossing
Symptoom
Oorzaak
Geen stroming
Te grote zuighoogte
De pomp zuigt niet aan
Luchtlek in zuigleiding
Zeer lage viscositeit
De zeef of het filter in de zuigleiding
is verstopt
Het pomphuis is slecht gemonteerd
na herstelling
De motor draait in de verkeerde
richting
De pomp blokkeert of
Het vloeistofniveau in het zuigreservoir
onregelmatige stroming
valt te laag
Te hoge uitvoer
Inzuigen van lucht
Cavitatie
De vloeistof verdampt in de pomp
(bijv. door opwarming)
Niet genoeg capaciteit
Pompsnelheid te laag
Inzuigen van lucht
Cavitatie
Tegendruk te hoog
Veiligheidsklep te laag ingesteld
Oplossing
1
• Reduceer het hoogteverschil tussen de pomp
en het zuigreservoir.
• Vergroot de diameter van de zuigleiding.
• Reduceer de lengte van de zuigleiding en pas
de zuigleiding aan (gebruik zo weinig mogelijk
bochten en andere stukken).
Zie ook hoofdstuk 3.19 Installatie.
2
• Herstel het lek.
3
• Verhoog het toerental van de pomp
en verminder de axiale speling
(zie hoofdstuk 3.22 Onderhoudsinstructies).
4
• Reinig de zuigzeef of het filter.
5
• Plaats het huis correct terug.
Zie hoofdstuk 3.19 Installatie.
6
• Bij 3-fasige aandrijvingen: wissel 2 stroomdraden.
• Verwissel de zuig- en persopening.
(Aandacht! Controleer de plaats
van de veiligheidsklep).
7
• Pas de vloeistoftoevoer aan.
• Voorzie een niveauschakelaar.
8
• Verlaag het toerental van de pomp en/of plaats
een kleinere pomp.
• Plaats een omloopleiding met een regelklep.
9
• Herstel het lek in de zuigleiding.
• Controleer of vervang de asafdichting.
• Controleer/voorzie sperring aan de asafdichting.
• Verbind plug Bb met de pompuitlaat om
de druk in de afdichtingskamer te verhogen.
10 • Reduceer het hoogteverschil tussen de pomp
en het zuigreservoir.
• Vergroot de diameter van de zuigleiding.
• Reduceer de lengte van de zuigleiding
en pas de zuigleiding aan (gebruik zo weinig
mogelijk bochten en andere stukken).
Zie ook hoofdstuk 3.19 Installatie.
11 • Controleer de temperatuur.
• Controleer de dampdruk van de vloeistof.
• Verminder het toerental van de pomp.
Plaats indien nodig een grotere pomp.
12 • Verhoog de pompsnelheid. Aandacht! Ga niet
boven de maximumsnelheid en controleer NPSHr.
13 • Herstel het lek in de zuigleiding.
• Controleer of vervang de asafdichting.
• Controleer / voorzie sperring aan de asafdichting.
• Verbind plug Bb met de pompuitlaat om de
druk in de afdichtingskamer te verhogen.
14 • Reduceer het hoogteverschil tussen de pomp
en het zuigreservoir.
• Vergroot de diameter van de zuigleiding.
• Reduceer de lengte van de zuigleiding en
pas de zuigleiding aan (gebruik zo weinig
mogelijk bochten en andere stukken).
Zie ook hoofdstuk 3.19 Installatie.
15 • Controleer de uitlaatleiding.
• Vergroot de leidingdiameter.
• Verminder de werkdruk.
• Controleer de randapparatuur
(filter, warmtewisselaar, enz.)
16 • Wijzig de drukinstelling.
A.0500.452 - IM-TGGP/07.04 NL (10/2023) | 43