Eerste ingebruikname
Plaats de SIM-kaart voorzichtig in de SIM-
kaarthouder, zoals weergegeven. Deze houder
bevindt zich aan de onderzijde van de telefoon.
De SIM-kaart wordt met de contacten van de
kaart omlaag geschoven tussen de contacten
van de telefoon en de kaarthouder. De uitsparing
in de behuizing moet hierbij overeenkomen met
de richting van de SIM-kaart. De SIM-kaart moet
exact in de uitsparing passen.
Daarna wordt de batterij geplaatst. De drie con-
tactvlakken van de batterij moeten naar de drie
contactpunten van de telefoon onderaan rechts
wijzen.
Plaats de batterij eerst onderaan tegen de con-
tacten en vervolgens bovenaan in de uitsparing
van de telefoon.
Plaats vervolgens het klepje van de behuizing terug en schuif dit naar bo-
ven tot het vastklikt.
De telefoon inschakelen
Druk 3-5 seconden op de rode verbreektoets
.
Daarna wordt de PIN-code (persoonlijk identificatienummer) van uw SIM-
kaart gevraagd. Deze PIN-code vindt u in de documentatie van uw SIM-
kaart. Voer de vier cijfers in via de toetsen en druk vervolgens op de toets
.
10