4
Draai de sluitertijdschijf om een sluitertijd te kiezen en aan
de lensdiafragmaring om het diafragma te kiezen.
N
De handmatige belichtingsweergave omvat een belichtingsindicator
die aangeeft in hoeverre de afbeelding onder- of overbelicht zou zijn
met de huidige instellingen.
O
Druk de schijfontgrendeling in en draai de schijf naar de gewenste instel-
ling om de sluitertijdschijf te gebruiken.
N
De sluitertijd kan worden aangepast in stappen van 1⁄3 EV door aan de
achterste commandoschijf te draaien.
P-, S-, A- en M-modi
63
3