INSTELLING GELUID
Om geluidsinstellingen weer te geven, drukt u op
MENU/OK in de fi lmopnameweergave en selecteert u het tabblad
P (INSTELLING GELUID).
Instelling
Instelling
AANP. INTERN MIC.-NIVEAU Pas het opnameniveau aan voor de ingebouwde micro-
AANP. INTERN MIC.-NIVEAU
AANP. EXTERN MIC.-NIVEAU Pas het opnameniveau aan voor externe microfoons.
AANP. EXTERN MIC.-NIVEAU
INST.
INST.
MICROFOONAANSLUITING
MICROFOONAANSLUITING
BEGRENZER MIC.-NIVEAU
BEGRENZER MIC.-NIVEAU
WINDFILTER
WINDFILTER
FILTER ONDERGRENS
FILTER ONDERGRENS
VOLUME HOOFDTELEFOON
VOLUME HOOFDTELEFOON Stel het hoofdtelefoonvolume af.
INSTELLING XLR-
INSTELLING XLR-
MIC-ADAPTER
MIC-ADAPTER
6
120
foon.
Geef het type audioapparaat op dat is aangesloten op de
microfoonaansluiting.
Vermindert vervorming die wordt veroorzaakt door invoer
die de grenzen van de audiocircuits van de microfoon
overschrijdt.
Kies of windruisreductie tijdens fi lmopnamen wordt
ingeschakeld.
Kies of lage-frequentieruis tijdens fi lmopnamen wordt
verminderd.
Pas de ingangskanaalinstellingen van de microfoon en
dergelijke aan voor gebruik met de XLR-microfoonadap-
ters.
Beschrijving
Beschrijving