Instelling
Instelling
SCHERPSTELLOEP
SCHERPSTELLOEP
INT. SPOT
INT. SPOT
AE&SCHRPSTLGBD
AE&SCHRPSTLGBD
x F
x
F DIRECT
DIRECT
AF-INSTELLING
AF-INSTELLING
x F
x
F
SCHERPTEDIEPTESCHAAL
SCHERPTEDIEPTESCHAAL
ONTGREND/FOCUS
ONTGREND/FOCUS
PRIORITEIT
PRIORITEIT
x F
x
F BEGRENZER AF
BEGRENZER AF
BEREIK
BEREIK
TOUCH SCREEN MODUS
TOUCH SCREEN MODUS
OPNAME-INSTELLINGEN
Om opname-instellingen weer te geven, drukt u op MENU/OK
in de foto-opnameweergave en selecteert u het tabblad
A (OPNAME-INSTELLINGEN).
Instelling
Instelling
DRIVE-INSTELLING
DRIVE-INSTELLING
SPORTZOEKERMODUS
SPORTZOEKERMODUS
PRE-OPNAME s
s J
J
PRE-OPNAME
ZELFONTSPANNER
ZELFONTSPANNER
INSTEL. ZELFONTSP.
INSTEL. ZELFONTSP.
OPSLAAN
OPSLAAN
Kies of de weergave automatisch inzoomt op een van
de geselecteerde scherpstelgebieden wanneer er in de
handmatige scherpstelstand aan de scherpstelring wordt
gedraaid.
Kies of spotmeting het huidige scherpstelfram berekent.
Kies hoe de camera scherpstelt wanneer functieknoppen
waaraan functies zoals AF-vergrendeling zijn toegewezen,
worden ingedrukt in de handmatige scherpstelstand.
Kies een schaal voor scherptediepte.
Kies of foto 's kunnen worden gemaakt door de ontspan-
knop volledig in te drukken wanneer de camera niet heeft
scherpgesteld.
Beperk het bereik van beschikbare focusafstanden voor
verhoogde focussnelheid.
Kies de opnamebewerkingen die worden uitgevoerd met
de aanraaktoetsen.
Pas de instellingen voor de verschillende drive-modi aan.
Maak foto's met behulp van de uitsnede in het midden
van de weergave.
Kies of u serieopnamen wilt maken met behulp van de
elektronische sluiter wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
Kies een vertraging voor het loslaten van de ontspanknop.
Kies of de zelfontspannerinstellingen worden teruggezet
telkens wanneer de timer wordt gebruikt of wanneer de
camera wordt uitgeschakeld.
De opnamemenu's (Fotograferen)
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
6
113