O
•
Als het onderwerp zich buiten het lichtmeterbereik van de camera
bevindt, worden de sluitertijd en het diafragma weergegeven als "– – –".
•
Druk de schijfontgrendeling in en draai de schijf naar de gewenste
instelling om de sluitertijdschijf te gebruiken.
•
Als de lens niet is uitgerust met een diafragmaring, selecteer AUTO voor
D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > DIAFRAGMA-INSTEL..
P-, S-, A- en M-modi
55
3