VEILIGHEIDSINFORMATIE
SCOOTERS ZIJN TWEEWIELIGE VOER-
TUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN
1
WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUIS-
TE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DES-
KUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN
ALVORENS MET DEZE SCOOTER TE
GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
G
DOOR EEN COMPETENTE INFOR-
MATIEBRON GRONDIG ZIJN INGE-
LICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN
SCOOTERRIJDEN.
G
ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN
VERMELD
INSTRUCTIEBOEKJE VOOR DE EI-
GENAAR.
G
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN VEILI-
GE EN CORRECTE RIJTECHNIE-
KEN.
G
GEBRUIK MAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVICE,
ZOALS AANGEGEVEN IN HET IN-
STRUCTIEBOEKJE EN/OF WAN-
NEER
DE
CONDITIES DIT VEREISEN.
DAU10260
Veilig rijden
G
Controleer de machine altijd voor u
gaat rijden. Een zorgvuldige controle
kan een ongeval helpen voorkomen.
G
Deze scooter is gebouwd voor het ver-
voer van de bestuurder plus een pas-
sagier.
G
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto/scooter ongevallen. Vaak worden
ongevallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de scooter niet heeft
gezien. Zorg dat u opvalt, dat blijkt het
meest effectief om het risico op een
dergelijk type ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
IN
HET
• Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met scooters
zich namelijk het meest voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
MECHANISCHE
G
G
1-1
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Vaak waren bij
een ongeval betrokken bestuurders
zelfs niet in het bezit van een geldig rij-
bewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw machine alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het scooterrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig bekend
bent met de scooter en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de scooterbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een TE HOGE
RIJSNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinleggen
bij de bewuste rijsnelheid), zodat de
bocht dan te wijd word genomen.
• Neem altijd de maximum snelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.