FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Dimlichtschakelaar "
Zet deze schakelaar op "
en op "
" voor dimlicht.
Richtingaanwijzerschakelaar "
Druk deze schakelaar naar "
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar "
" om afslaan naar links aan
3
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
Claxonschakelaar "
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
Startknop "
"
Druk op deze knop terwijl u de voor- of ach-
terrem bekrachtigt om de motor te starten
met de startmotor.
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-
dat u de motor start.
DAU12400
/
"
Voorremhendel
" voor grootlicht
DAU12460
/
"
" om afslaan
ZAUM0084
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
DAU12500
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
"
gen.
DAUM1130
DCA10050
DAU12900
Achterremhendel
1
ZAUM0085
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
3-5
DAU12950
1