Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw scooter.
G
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
G
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren, of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
G
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU21960
Vrije slag van voorremhendel
afstellen
ZAUM0107
1. Vrije slag voorremhendel
De vrije slag van de remhendel dient 10.0–
20.0 mm (0.39–0.79 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag van
de remhendel regelmatig en laat deze in-
dien nodig door een Yamaha dealer afstel-
len.
WAARSCHUWING
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsys-
teem vóór gebruik van de scooter
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAU22100
Vrije slag van achterremhendel
afstellen
1
1
ZAUM0108
1. Vrije slag achterremhendel
De vrije slag van de remhendel dient 10.0–
20.0 mm (0.39–0.79 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag van
de remhendel regelmatig en stel deze in-
dien nodig als volgt af.
Draai de stelmoer op de remankerplaat
richting (a) voor meer vrije slag van de rem-
DWA10640
hendel. Draai de stelmoer richting (b) voor
minder vrije slag van de remhendel.
6-12
DAU22170
6