Luisterprogramma's in de directionele microfoonmodus
reduceren achtergrondgeluid. Denk eraan dat
waarschuwingssignalen of geluiden die van achteren komen,
bijv. van verkeer, geheel of gedeeltelijk onderdrukt worden.
Dit hoortoestel is niet geschikt voor kinderen jonger dan 36
maanden. Indien dit apparaat wordt gebruikt door kinderen en
personen met een verstandelijke beperking, dienen zij te allen tijde
onder toezicht te worden gehouden om hun veiligheid te
garanderen. Het hoortoestel is een klein apparaat en bevat kleine
onderdelen. Houd kinderen en personen met een verstandelijke
beperking altijd onder toezicht wanneer dit hoortoestel wordt
gebruikt. Indien het toestel wordt ingeslikt, neemt u onmiddellijk
contact op met een huisarts of ziekenhuis, aangezien het
hoortoestel of onderdelen hiervan verstikkingsgevaar veroorzaken!
WAARSCHUWING: De batterijen in het apparaat zijn gevaarlijk
en kunnen leiden tot ernstig letsel na het inslikken of het
plaatsen in het lichaam/een lichaamsdeel, ongeacht of de
batterij gebruikt of nieuw is! Houd ze buiten het bereik van
kinderen, mensen met een cognitieve beperking of huisdieren.
Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u vermoedt dat er een
batterij is ingeslikt of in het lichaam/een lichaamsdeel is
geplaatst. Niet afwachten!
70
Het onderstaande is alleen van toepassing op personen met
geïmplanteerde medische apparaten die actief zijn (bijv.
pacemakers, defibrillator, etc.):
Houd het hoortoestel op minstens 15 cm (6 inch) afstand
van het actieve implantaatsysteem. Als u enige interferentie
ondervindt, dient u het hoortoestel niet langer te gebruiken
en contact op te nemen met de fabrikant van het actieve
implantaatsysteem. Interferentie kan ook veroorzaakt
worden door elektrische leidingen, elektrostatische
ontlading, metaaldetectorpoorten op de luchthaven, etc.
Houd de magneten (d.w.z. batterijhulpstuk, EasyPhone-
magneet, etc.) op minstens 15 cm (6 inches) afstand van
het actieve implantaatsysteem.
Het gebruik van accessoires, transducers en kabels, anders dan
degene die door de fabrikant van deze apparatuur zijn
gespecificeerd of meegeleverd, kan leiden tot verhoogde
elektromagnetische emissies of verlaagde elektromagnetische
immuniteit van deze apparatuur en leiden tot onjuiste werking.
Als het hoortoestel met een kabel aan een aanpasapparaat is
verbonden, moet dit aanpasapparaat voldoen aan de
veiligheidsnorm IEC 60601-1 om elektrische schokken te
voorkomen.
71