13. CONTROLE EN ONDERHOUD
Zelfs een JUNKERS heeft een regelmatige controle- en onderhoudsbeurt nodig.
Een preventief onderhoud vermijdt vroegtijdige slijtage en/of een abnormaal hoog verbruik.
Deze werkzaamheden mogen enkel gedaan worden door de installateur, een bevoegd vakman of door de technische
d
ienst van JUNKERS.
TIP: Een onderhoudsbeurt om de 2 jaar is een minimum, om het jaar is aangewezen.
Gevaar: voor stroomschok!
Voor het werken aan de elektrische delen altijd ketel spanningsvrij maken (zekeringen, hoofdschakelaar,
enz.).
13.1 Checklist voor het onderhoud
1
Laatste foutmelding oproepen, servicefunctie .0.
2
Ionisatiestroom testen, servicefunctie 3.3.
3
Verbrandingslucht en luchtaanvoer optisch controleren.
4
Controleer de gasvoordruk.
5
Controleer CO
6
Controleer de CO
7
Controleer de dichtheid ten aanzien van gas, rookgas en water.
8
Controleer het uitloopdebiet van warm water
9
Controleer de warmtewisselaar (zie blz. 35).
10
Brander testen (zie blz. 35).
11
Reinig de condenswatersifon (zie blz. 38)
Controleer de voordruk van het expansievat in verhouding tot de statische hoogte van de
12
verwarmingsinstallatie (ketel drukloos).
13
Controleer de vuldruk van de verwarmingsinstallatie.
14
Controleer de elektrische bedrading op beschadigingen.
15
Controleer alle veiligheids-, regel- en stuurorganen op hun functie.
16
Controleer bij de verwarmingsinstallatie horende toestellen
17
Controleer ingestelde servicefuncties.
13.2 Verbrandingslucht / rookgasafvoermetingen met een ingesteld verwarmingsvermogen
1 3.2.1 O
- of CO
- metingen in de verbrandingslucht
2
2
Met een O
- of CO
i
2
2
C
de dichtheid van de rookgasafvoer gecontroleerd worden. De O
43
CO
-waarde mag de 0,2 % niet overschrijden.
2
(door de installateur of door de technische dienst van JUNKERS)
in de verbrandingslucht.
2
-instelling van MIN/MAX (gas/luchtverhouding).
2
-meting in de verbrandingslucht kan bij een rookgasafvoersysteem volgens C
2
Afdekschroef van meetnippel voor verbrandingslucht (234.1)
afschroeven.
Voeler van meetapparatuur ongeveer 80 mm in de meetnippel
doorvoeren en meetopening afdichten.
Fig. 57
Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op het display
verschijnt.
Toets
brandt.
Het display en de toets
Fig. 58
33
-waarde mag niet onder de 20,6 % zijn. De
knipperen.
, C
, C
en
13
33
33S
- -