8 .7.2 Aansluiting van de kamerthermostaten TR 21, TR 100 & TR 200
Sluit enkel de modulerende regelapparatuur van JUNKERS aan!
Dan alleen verkrijgt U een optimaal rendement, een minimaal verbruik en de langste levensduur!
Fig. 14
8.7.3 Aansluiting van de andere regelingen
busgestuurde verwarmingsregelaars TR 220 & TA 270
weersafhankelijke regelaar TA 211 E en afstandsbediening TW 2
schakelklokken DT1 & DT2
i
Aansluiting volgens de installatievoorschriften van de regeling.
De voordelen van de modulerende regeling en de daaruit voortvloeiende
gasbesparing, kunnen enkel bekomen worden met JUNKERS-regelingen.
Deze regelaars worden aangesloten aan de klemmen 1, 2 en 4 (zie fig. 14). In
dit geval moet de 24 V/DC-stuurleiding gescheiden gelegd worden van het 230
V/AC-net.
De montageplaats van de regelaar (pilootruimte) moet geschikt zijn voor de
temperatuurregeling van de volledige verwarmingsinstallatie. Meestal is dit de
woonplaats.
Op de daar aanwezige verwarmingselementen mogen geen thermostatische
kranen geplaatst worden.
Belangrijke opmerking:
Thermostatische radiatorkranen op alle radiatoren leiden tot een meerverbruik
en verkorten de levensduur van de ketel.
Wij raden U dus ten stelligste aan dergelijke installaties te vermijden. Daarom
steeds een of meerdere radiatoren met gewone radiatorkranen uitrusten. Bij
voorkeur de radiatoren in de pilootruimte (de ruimte waar de thermostaat
geïnstalleerd is).
15
G e s c h i k t v o o r v e r w a r mi n g p e r k a me r me t
S ma r t H o me
s l i mme t h e r mo s t a a t