9.6 Na de inbedrijfname
Gasaansluitdruk controleren.
Controleer of er condensatiewater in de sifon loopt. Indien niet; de ketel uitschakelen en daar na opnieuw
inschakelen. Hierdoor wordt het sifonvulprogramma opnieuw geactiveerd.
Herhaal deze handeling tot er condensatiewater in de sifon loopt.
9.7 Zomerbedrijf
Met kamerthermostaat
Met weersafhankelijke regelaar
Temperatuurregelaar
De regelaar schakelt op de ingestelde buitentemperatuur automatisch de verwarmingspomp en daarmee ook de
verwarming uit.
9.8 Vorstbeveiliging
9.9 Storingen
i
Een overzicht van eventuele storingen vindt u in de tabel op blz. 40.
Tijdens het gebruik kunnen storingen optreden.
In het display wordt een storing weergegeven en de toets
W anneer de toets
knippert:
Druk op de toets
en houd deze vast tot in het display
De ketel treedt weer in werking en de aanvoertemperatuur wordt weergegeven.
Wanneer de toets
Schakel de ketel uit en weer aan.
De ketel treedt weer in werking en de aanvoertemperatuur wordt weergegeven.
Wanneer de storing zich niet laat resetten:
Waarschuw dan uw installateur of de technische dienst van Junkers.
9.10 Pompblokkeringsbeveiliging
i
Deze regeling verhindert het vastzitten van de pomp na een lange stilstandperiode.
Na uitschakeling draait de circulatiepomp – om de 24 uur – gedurende 10 seconden.
Let op: de ketel moet ingeschakeld blijven.
(alleen warm water)
Fig. 24
op de ketel niet verdraaien.
Fig. 25
niet knippert:
Temperatuurregelaar
De verwarming is buiten werking. De warmwatervoorziening, de
verzorging
van
de
gehandhaafd.
Verwarming in bedrijf laten met de temperatuurregelaar
minstens in stand 1.
Bij uitgeschakelde verwarming:
Het CV-water bijvullen met het antivriesmiddel (zie hoofdstuk 8.4).
Warmwaterkring ledigen.
kan knipperen.
– –
wordt weergegeven.
21
op de ketel geheel links draaien.
spanning
voor
de
thermostaat
blijven