FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Binnen‐
Buitenste
ste bak‐
bakboordmo‐
boordmo‐
tor
tor
Als de buitenste stuurboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste stuurboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de
contactschakelaar van de buitenste stuurboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel
voor stuurboord terug naar neutraal en vervolgens in versnelling te zetten. Het toerental en de versnelling van
de binnenste motor worden dan geregeld met de bedieningshendel aan stuurboord.
Als de buitenste bakboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste bakboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de
contactschakelaar van de buitenste bakboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel
voor bakboord terug naar neutraal en vervolgens in versnelling te zetten. Het toerental en de versnelling van
de binnenste motor worden dan geregeld met de bedieningshendel aan bakboord.
Het afzetten van een van de middelste motoren tijdens het varen zal geen invloed hebben op de werking van
de buitenste motoren.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste stuurboordmotoren
gedwongen in neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste stuurboordmotor gedwongen in neutraal/
stationair gezet. De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan stuurboord
eerst in neutraal wordt gezet en daarna in versnelling.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste bakboordmotoren gedwongen
in neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste bakboordmotor gedwongen in neutraal/stationair
gezet. De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan bakboord eerst in
neutraal wordt gezet en daarna in versnelling.
FUNCTIES TRIMSCHAKELAAR EN TOETSENBLOK
1.
Trimschakelaar (indien aanwezig) - Bediening van de trimfunctie voor alle motoren. Om motoren
afzonderlijk te kunnen trimmen, is een aanvullend trimschakelaarpaneel vereist.
2.
Neutraallampjes - De neutraallampjes lichten op wanneer de versnelling van de motor in neutraal
staat. De ledjes knipperen als de motor in de modus Alleen-gas staat.
Binnen‐
ste
Buitenste
stuur‐
stuurboord‐
boordmo‐
motor
tor
Functie bedieningshendel
Gasklep en schakelen binnenste stuurboordmotor
= geregeld met bedieningshendel stuurboord
22943
54
nld