Indicatorpaneel grondbediening
(Zie Figuur 3-3., Indicatorpaneel grondbediening)
1. Indicator uitgeschakelde rij- en stuurfunctie (indien aanwe-
zig)
Geeft aan dat de uitschakelfunctie voor rijden en sturen is
geactiveerd.
2. Indicator hoge motortemperatuur
Geeft aan dat de temperatuur van de motorkoelvloeistof
abnormaal hoog is en dat service nodig is.
3. Indicator lage motoroliedruk
Geeft aan dat de motoroliedruk lager dan normaal is en dat
service nodig is.
4. Indicator accustoring
Geeft aan dat er een probleem is met de accu of het laadcir-
cuit en dat service nodig is.
3123269
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
– JLG Hoogwerker –
5. Indicator Laag brandstofpeil
Geeft aan dat het brandstofpeil laag is. Het brandstofre-
serve-/afslagsysteem schakelt de motor uit (of laat deze star-
ten en nog een minuut lopen, afhankelijk van de machine-
instelling) voordat de brandstoftank leeg is.
6. Indicator gloeibougies
Geeft aan dat de gloeibougies ingeschakeld zijn. Wacht na
inschakeling van het contactslot totdat het lampje uitgaat
voordat u de motor tornt.
7. Indicator systeemstoring
Dit lampje geeft aan dat het JLG-besturingssysteem een
abnormale toestand heeft waargenomen en dat een diag-
nostische storingscode in het systeemgeheugen is inge-
steld. Zie de servicehandleiding voor instructies over de
storingscodes en het ophalen van storingscodes.
Het indicatorlampje machinestoring blijft 2-3 seconden lang
branden wanneer de sleutel in de stand Aan wordt gezet om
een zelftest uit te voeren.
8. Indicator overbelasting platform (indien aanwezig)
Duidt op overbelasting van het platform.
3-7