Inhoudsopgave
Advertenties
J
NORMAAL GEBRUIK VAN DE MACHINE
J1
Bedoeld gebruik
Onze apparatuur is onderzocht en verbeterd teneinde
zeer goede prestaties en een hoog rendement te
levereni. Deze apparatuur is uitsluitend bestemd voor
het gebruik waarvoor ze speciaal is ontworpen, d.w.z.
voor het afwasssen van vaatwerk met water en speci-
fieke wasmiddelen. Elk ander gebruik moet als onei-
genlijk beschouwd worden.
J2
Kenmerken van het personeel dat bevoegd is
ingrepen te verrichten aan de machine
De operator die belast is met het normale gebruik
moet minstens beschikken over:
•
kennis van de technologie en specifieke ervaring
met de bediening van de machine;
•
algemene ontwikkeling en voldoende technische
scholing om de inhoud van de handleiding te kun-
nen lezen en begrijpen;
•
inclusief de juiste interpretatie van de afbeeldingen
van de markeringen en van de pictogrammen;
•
voldoende kennis om op een veilige manier de
ingrepen waartoe hij bevoegd is en die in de hand-
leiding gespecificeerd zijn, uit te voeren;
•
kennis van de voorschriften met betrekking tot
hygiene en veiligheid op het werk.
Indien er zich een wezenlijke afwijking voordoet (bij-
voorbeeld: kortsluiting, het ontdekken van kabels die
losgeraakt zijn uit het klemmenbord, motorstoring, slij-
tage van beschermingshulzen van elektrische kabels,
enz.) dan dient de operator die belast is met het nor-
male gebruik van de machine de volgende aanwijzin-
gen op te volgen:
•
onmiddellijk de machine uitschakelen, door de
hoofdschakelaar in stand "O" te zetten;
•
de watertoevoer van de machine af te sluiten zodat
er geen water meer in de machine kan lopen.
J3
Eerste gebruik
Laat het apparaat zonder belading een paar vaatwas-
programma's draaien voordat u het in gebruik neemt,
om de productieolie uit de badwatertank en uit alle lei-
dingen te verwijderen.
J4
Dagelijkse inschakelen van de machine
•
Controleren of de filters, armen de overloop op de juiste
plaats gemonteerd zijn, zoals aangegeven in paragraaf
H1.2 "Controle plaatsing componenten tank" en F8
"Aansluiting voor externe spanningsbewaking".
•
De watertoevoerkranen opendraaien.
•
De hoofdschakelaar in stand "I" zetten.
•
Zet het apparaat aan door op de schakelaar "A" te
drukken.
•
Til de kap open (in het geval van een automatische
machine, op de betreffende open/sluitknop "B/C" -
Tabel 2 "Bedieningspaneel") te drukken en contro-
leer of alle onderdelen binnenin de machine op de
juiste plaats zitten.
106
•
Laat de kap zakken (in het geval van een automati-
sche machine, op de betreffende open/sluitknop "B/
C" - Tabel 2 "Bedieningspaneel") te drukken.
De knop "A" (Tabel 2 "Bedieningspaneel") gaat bran-
den en gaan branden hetgeen betekent dat de vaat-
wasmachine onder spanning staat, met water gevuld
wordt en het water begint met opwarmen.
Gedurende de gehele wateropname- en verwarmings-
fase verschijnt op het display "FILL":
fIL
Let op, deze vaatwasmachine voert het water in de
tank door middel van een aantal achtereenvolgende
warme spoelingen, gedurende welke op het display de
melding "FILL" verschijnt.
Met dit systeem is een tijdsbesparing tot 30% mogelijk
in vergelijking met de traditionele modellen.
Als de kap tijdens deze fase geopend wordt, verschijnt
op het display de melding "CLOSE":
CLO
De vul- en opwarmfase eindigt als de display de tem-
peratuur van de badwatertank toont:
55° C
Om de temperatuur van de boiler tijdens de verwar-
ming van de badwatertank weer te laten geven moet u
de kap opendoen en op knop "G" (Tabel 2 "Bedie-
ningspaneel") drukken.
LET OP
Als het lampje "E" (zie Tabel 2 "Bedieningspaneel")
gaat branden, controleren of de voedingswater-
kraan open staat (zie paragraaf J7 "Alarmen").
J5
Vaatwasprogramma's
De wascyclus bestaat uit een afwas met warm water
en afwasmiddel op minstens 55°C/ 131°F (min 66°C /
150°F voor de uitvoeringen Marine USPH) en een
spoelbeurt met warm water en glansmiddel (min 82°C
/ min 180°F).
Deze machine kan in 2 modaliteiten werken, "high pro-
ductivity" en "conform de norm NSF/Ansi 3". Wanneer
de machine is ingesteld in modaliteit "high producti-
vity", zijn de parameters die de cyclusduur en de tem-
peratuursetpoints bepalen zijn de standaardwaarden,
terwijl wanneer de machine ingesteld is in de modali-
teit "conform de norm NSF/Ansi 3", de parameters
Advertenties
Inhoudsopgave
