Selecteer de parameter
•
•
wijzig de waarde van de parameter
-
+
Druk op de toets ("L" - Tabel 2 "Bedieningspaneel") om
de ingestelde waarde in het geheugen op te slaan.
Om de programmeringsmodaliteit af te sluiten op de
toets Wascyclus 3 ("I" - Tabel 2 "Bedieningspaneel"))
drukken.
Instelling van de externe dispensers
In het geval van externe dispensers kan het handiger
zijn over parameters te beschikken die uitgedrukt zijn
in meeteenheden van seconden, door de parameter
in te stellen op = seconden. Op die manier
geeft de waarde van de parameters de tijdsduur in
seconden aan.
Hierna zijn de speciale waarden vermeld die gebruikt
kunnen
worden
wanneer
automatische
externe
aangesloten:
-
als
dan functioneert de doseerin-
richting voor vaatwasmiddel alleen op het
moment dat de waspomp in werking is; tegelijker-
tijd worden de aansluitklemmen 7-9 van de hoofd-
aansluitkast gevoed
-
als
dan functioneert de doseerin-
richting voor vaatwasmiddel alleen op het
moment dat de vulelektromagneetklep voor het
herstel van het peil in de boiler in werking is; tegelij-
kertijd worden de aansluitklemmen 7-9 van de
hoofdaansluitkast gevoed
-
als
dan functioneert de doseerinrichting
voor naglansmiddel alleen op het moment dat de
vulelektromagneetklep voor het herstel van het peil
in de boiler in werking is; tegelijkertijd worden de aan-
sluitklemmen 8-9 van de hoofdaansluitkast gevoed
op
de
apparatuur
dispensers
worden
-
als
dan functioneert de doseerinrichting
voor naglansmiddel alleen op het moment dat de
waspomp in werking is; tegelijkertijd worden de aan-
sluitklemmen 8-9 van de hoofdaansluitkast gevoed.
Voor de aansluitingen wordt verwezen naar het elektri-
sche schema.
Voorbeeld 1:
Aannemende dat er een externe doseerinrichting voor
vaatwasmiddel aangesloten is, met een sensor voor de
waarneming van de concentratie van het vaatwasmiddel
in de badwatertank, dan kan een voorbeeldinstelling er
als volgt uitzien:
•
de waarde van de parameters wordt
uitgedrukt in seconden.
•
de doseerinrichting wordt tijdens het vul-
len van de badwatertank niet in werking gesteld
•
de doseerinrichting wordt op het
moment dat de waspomp in werking is in werking
gesteld en, afhankelijk van de concentratie afwas-
middel die vastgesteld wordt door de sensor, wordt
de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel afgegeven.
Voorbeeld 2:
Aannemende dat er een externe doseerinrichting voor
naglansmiddel aangesloten is, met een sensor voor de
waarneming van de concentratie van het vaatwasmiddel
in de badwatertank, dan kan een voorbeeldinstelling er
als volgt uitzien:
•
de waarde van de parameters wordt
uitgedrukt in seconden.
•
de doseerinrichting wordt bij elke was-
cyclus gelijktijdig met de werking van de elektro-
magnetische laadklep geactiveerd. Op die manier
wordt voorkomen dat er wijzigingen aangebracht
moeten worden aan de bedrading van de machine.
Tip: om te controleren of het naglansmiddel juist afge-
steld is moet u zojuist afgewassen nieuwe glazen tegen
het licht bekijken. Als er druppels water op het glas zijn
blijven zitten dan duidt dit op een onvoldoende dosering,
strepen duiden daarentegen op een te hoge dosering.
Verandering
van
het
naglansmiddel
Als u van type afwasmiddel/naglansmiddel veran-
dert (zelfs als het van dezelfde fabrikant is), dienen de
zuig- en drukslangen te worden uitgespoeld met schoon
water voordat u de nieuwe container afwasmiddel/
naglansmiddel aansluit.
LET OP
Het mengen van verschillende types afwasmiddelen/
naglansmiddelen zal kristallisatie veroorzaken waardoor
de doseerpomp kapot kan gaan. Als deze voorwaarde
niet in acht genomen wordt, vervallen de garantie en de
productaansprakelijkheid.
type
afwasmiddel/
103