H
H1
Voorbereidende controles, instellingen en
werkingstests
LET OP!
Deze handelingen mogen uitsluitend
worden
uitgevoerd
seerde technici, die beschikken over
passende individuele veiligheidsvoor-
zieningen
handschoenen, brillen, enz.), en over
geschikt gereedschap en hulpmiddelen.
H1.1
Elektrische en hydraulische controles
Voordat de machine in bedrijf gesteld wordt moet u:
•
controleren of de elektriciteitsgeleiders die de
machine voeden goed zijn aangesloten;
•
controleren of de spanning en de frequentie van het
net overeenkomen met de gegevens die vermeld
zijn in Tabel 1;
•
controleren of de leidingen van de wateraanvoer en
-afvoer goed zijn aangesloten (paragraaf F6
"Wateraansluitingen");
•
controleren of alle beveiligingen en veiligheidsvoor-
zieningen op hun plaats zitten en werken.
H1.2
Controle plaatsing componenten tank
LET OP!
De volgende handelingen moeten uitge-
voerd worden door operators die voor-
zien
zijn
van
beschermingsmiddelen (bv.: veiligheids-
handschoenen, enz.) en wanneer de
machine uitgeschakeld is en koud.
H1.2.1
Controle montage filters en overlopen
Bij de uitvoeringen met aanvullend filtersysteem (FS),
controleren of het aanzuigfilter van de pomp "1", het fil-
ter van de bak "2", het platte filter "3" en het korffilter
"4" correct gemonteerd zijn ("A" - Figuur 17).
Bij de uitvoeringen zonder aanvullend filtersysteem
(FS) en zonder afvoerpomp, controleren of het aan-
zuigfilter van de pomp "1", de overloop "2" en het platte
filter "3" correct gemonteerd zijn ("B" - Figuur 17).
Bij de uitvoeringen zonder aanvullend filtersysteem
(FS) en met afvoerpomp, controleren of het aanzuigfil-
ter van de pomp "1" en het platte filter "3" correct
gemonteerd zijn ("C" - Figuur 17).
100
INBEDRIJFSTELLING
door
gespeciali-
(bv.:
veiligheidsschoenen,
passende
individuele
.
3
1
C
Figuur 17 Filters en overloop
H1.2.2
Controle montage armen
Controleer of de bovenste en onderste was- en spoe-
larmen correct gemonteerd zijn (Figuur 18).
Figuur 18 Was- en spoelarmen
H2
Inschakelen
•
Draai de watertoevoerkranen open.
•
Zet de hoofdschakelaar van de machine aan door
deze op stand "I" te zetten.
•
Druk op de toets Aan/Uit ("A" - Tabel 2 "Bedienings-
paneel").
H3
Instellingen en doseerinrichtingen voor
vaatwasmiddel/naglansmiddel
Als de machine aangesloten is op een waterontharder
en/of een osmotisch apparaat neem dan contact op met
de leverancier van de vaatwasmiddelen voor een speci-
fiek product.
Als de peristaltische dispensers in het apparaat geïn-
stalleerd zijn, vindt de dosering van het wasmiddel/
glansspoelmiddel automatisch plaats in overeenstem-
ming met de gewenste concentratie. De concentratie
van wasmiddel/glansspoelmiddel hangt af van het type
product dat gebruikt wordt en van de hardheid van het
voedingswater (controleer de kenmerken die vermeld
zijn op het etiket van het product).
4
3
2
A
1
3
B
2
1