− Druk in liveweergave op
2
3
5.4
Stel de alarmregels in. Het alarm van het
apparaat zal afgaan wanneer de temperatuur de
regel activeert.
Stappen:
1
2
3
4
5
6
Momentopnames vastleggen
6.1
U kunt momentopnames vastleggen in de
liveweergave. De momentopname wordt
automatisch opgeslagen in de albums.
Stappen:
1
− Druk in de liveweergave op de trekker
− Houd in de liveweergave de trekker
het palet te wisselen naar Boven alarm.
Ga naar Instellingen → Paletten →
Temperatuur en druk op
de drempelwaarde van de
verbeteringstemperatuur te configureren.
Wanneer de temperatuur van het doelwit
de ingestelde waarde overschrijdt, wordt
het doel rood weergegeven in
liveweergave.
Druk op
verlaten.
Temperatuuralarm instellen
Druk in de liveweergave-interface op
om het menu te tonen.
Druk op
Druk op
schakelen.
Selecteer Meting om de alarmregel in te
stellen. Selecteer Alarmdrempel om de
drempeltemperatuur in te stellen.
Wanneer de temperatuur van het doelwit
hoger of lager is dan de drempelwaarde,
geeft het apparaat een alarm af.
Druk op
verlaten.
Eén beeld vastleggen
In de liveweergave-interface kunt u op de
volgende manieren momentopnames
vastleggen:
om momentopnames vast te leggen.
ingedrukt om het doelwit op te sporen
met behulp van de laser en laat de
trigger los om momentopnames vast te
leggen.
om op te slaan en te
/
en selecteer Alarm.
om de functie in te
om op te slaan en te
10
om van
/
om