Uw notebook gebruiken
Als u een communicatieverbinding tot stand wilt brengen met een toegangspunt (infrastructuur), gaat u als
volgt te werk:
1
Zet de schakelaar voor draadloze communicatie aan de linkerkant van de notebook aan.
Het dialoogvenster Switch wireless devices verschijnt.
2
Selecteer Wireless LAN en klik op OK.
De knop Wireless Switcher op de taakbalk verandert in Wireless LAN
3
Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram
Network Connection verschijnt.
4
Klik op View Available Wireless Networks.
Het dialoogvenster Connect to Wireless Network verschijnt.
5
Selecteer het netwerk dat u wilt gebruiken.
6
Voer de netwerksleutel in.
De netwerksleutel heeft dezelfde naam als de netwerk-ID, maar zonder het eerste cijfer.
Bijvoorbeeld:
- ID van het netwerk: 09316a (6 cijfers)
- Netwerksleutel: 9316a (5 cijfers)
.
op de taakbalk, waar het bericht Wireless
n N
60