Uw notebook gebruiken
✍
Trek niet te hard aan de flexibele afscherming.
Uw VAIO-notebook wordt geleverd met een telefoonstekker voor uw land, zodat u de telefoonkabel in een telefooncontactdoos kunt steken.
Het verdient aanbeveling de bijgeleverde stekker te gebruiken, omdat het gebruik van een andere telefoonstekker de kwaliteit van de verbinding
negatief kan beïnvloeden.
U kunt uw notebook niet aansluiten op een telefoontoestel dat met munten werkt. Mogelijk werkt uw notebook niet met meerdere telefoonlijnen of
een huistelefooncentrale (PBX). Als u de modem aansluit op een telefoonlijn waarop ook een ander apparaat is aangesloten, is het mogelijk dat de
modem of het andere apparaat niet behoorlijk functioneert. Sommige van deze aansluitingen kunnen leiden tot een te hoge elektrische stroom en
kunnen de interne modem beschadigen.
Alleen DTMF-signalering (Dual Tone Multi Frequency) (toonkeuze) wordt ondersteund.
Vooraleer u uw modem gebruikt, moet u het land selecteren vanwaar u belt. U vindt de volledige procedure om uw land te selecteren in het hoofdstuk
Uw modem configureren in de software handleiding.
Energiebesparende modi gebruiken
Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de notebook, kunt u via de instellingen voor energiebeheer
ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt
specifieke apparaten uit te schakelen, heeft uw notebook twee andere energiebesparende modi: de
Standby-modus en Slaap-modus. Als de notebook werkt op de batterijstroom, schakelt hij automatisch
over op de Slaap-modus als de batterijlading minder dan 7% van de capaciteit bedraagt, ongeacht de
geselecteerde energiebeheerinstelling.
✍
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij kan worden opgeladen, of moet u de notebook
uitschakelen en een volle batterij plaatsen.
De Normaal-modus gebruiken
Dit is de normale toestand als de notebook in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje.
Om stroom te besparen, kunt u een specifiek apparaat (bv. het LCD-scherm of de harde schijf) uitschakelen.
n N
51