Onderhoud van zwenkwielen
en lagers
De zwenkwielen draaien op een rollager die wordt
ondersteund door een hol asje. Als het lager steeds goed
gesmeerd is, zal de slijtage zeer gering zijn. Indien dat niet
het geval is, zal het lager snel slijten. Een slingerend
zwenkwiel duidt erop dat het lager is versleten.
1. Verwijder de borgmoer en de wielbout waarmee het
zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork (Fig. 57).
2. Verwijder een lagerbus. Trek vervolgens het holle asje
en de rollager uit de wielnaaf (Fig. 57).
3. Neem de andere lagerbus uit de wielnaaf en verwijder
vet en vuil van de wielnaaf (Fig. 57).
4. Controleer het rollager, de lagerbussen, het holle asje en
de binnenkant van de wielnaaf op slijtage. Vervang
defecte of versleten onderdelen (Fig. 57).
2
3
5
Figuur 57
1. Borgmoer
2. Wielbout
3. Lagerbus
5. Montage: plaats een lagerbus in de wielnaaf. Smeer het
rollager en het holle asje schuif ze in de wielnaaf. Plaats
de tweede lagerbus in de wielnaaf (Fig. 57).
6. Zet het zwenkwiel in de vork en zet dit vast met de
wielbout en de borgmoer. Draai de borgmoer vast totdat
het holle asje tegen de binnenkant van de
zwenkwielvorken aankomt (Fig. 57).
7. Pomp vet in de smeernippel op het zwenkwiel.
1
4
3
m–5210
4. Holle asje
5. Rollager
Grasgeleider vervangen
Waarschuwing
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de
maaimachine voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
lichamelijk letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u
ook in contact komen met het mes.
Gebruik de maaimachine nooit zonder afdekplaat,
mulch-plaat of een grasafvoer en een grasvanger.
1. Verwijder de borgmoer, bout en veer waarmee de
bevestigingen van de grasgeleider vastzitten op de
draaibeugels (Fig. 58). Verwijder een beschadigde of
versleten grasgeleider.
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Plaats het L eind van de veer achter de rand van het
maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat het L eind van de veer is
geplaatst achter de rand van het maaidek voordat u de bout
monteert zoals wordt aangegeven in Figuur 58.
3. Monteer de bout en de moer. Plaats het J-vormige
haakeind van de veer om de grasgeleider (Fig. 58).
Belangrijk
De grasgeleider moet omlaag in positie
kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te
controleren of deze volledig omlaag klapt.
8
6
1
Figuur 58
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
5. Veer, gemonteerd
6. Grasgeleider
43
4
2
3
5
7
m–5037
7. L eind van veer, achter de
rand van het maaidek
plaatsen alvorens de bout
te monteren
8. J -vormige haakeind van
veer