Motoroliefilter vervangen
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de
andere olieverversingsbeurt.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine
wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen, blz. 27.
2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de
filtertussenstuk (Fig. 22) schoon.
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Fig. 22).
1
3
Figuur 22
1. Oliefilter
2. Pakking
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai het
oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking contact
maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens 1/2 slag (Fig. 22).
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie verversen, blz. 27.
Onderhoud van de bougie
Controleer de bougie(s) om de 200 bedrijfsuren. Controleer
of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougie
monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren
van de bougie(s) en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand. Monteer een nieuwe
bougie indien dit nodig is.
Type: Champion RC12YC of gelijkwaardig type
Elektrodenafstand: 1,02 mm
2
m–1256
3. Tussenstuk
Bougie
verwijderen
(s)
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
draai het contactsleuteltje op Uit. Verwijder het contact-
sleuteltje.
2. Trek de kabel(s) van de bougie(s) (Fig. 23). Maak de
omgeving van de bougie(s) schoon om te voorkomen
dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan
veroorzaken.
3. Verwijder de bougie(s) en de metalen ring.
Figuur 23
1. Bougiekabel
Bougie controleren
1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 24). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk
Bougie(s) nooit schoonmaken. Bougie(s)
altijd vervangen bij: zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 24). Verbuig de massa-elektrode
(Fig. 24) om de juiste afstand in te stellen indien dit
nodig is.
2
1
Figuur 24
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
28
2
m–2597
2. Bougie
3
1,02 mm
m–1870
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)
1