Winsol
Verwerken van meetwaardes van een systeem
Om de meetwaardes van een systeem te verwerken, bestaan er 4 mogelijkheden:
a)
De Bootloader wordt via internet uitgelezen.
b)
De Bootloader wordt bij het systeem geïnstalleerd en door de servicemonteur
regelmatig met een laptop ter plaatse uitgelezen.
c)
Laadt de klant de meetwaardes van het systeem zelf in, dan kunnen de log-bestanden
per email aan de installateur worden verzonden.
d)
Is het uitlezen van de opgeslagen waardes ter plaatse niet mogelijk, dan kunnen de
meetwaardes als volgt worden uitgelezen:
Voorbereiding van de datalogging:
1)
De Bootloader zonder DL- of CAN-Busverbinding (CAN-L cq. CAN-H) met de PC
verbinden.
2)
Voeding voorzien: batterij, adapter (CAN-NT) of 12V-voeding van de CAN-Bus.
3)
In Winsol een klant voor de te verwerken data aanmaken en selecteren.
4)
In de setup de gewenste configuratie vastleggen en op de Bootloader overschrijven.
Data verkrijgen bij de klant:
5)
De Bootloader op de regelaar aansluiten (let op polariteit!). Bij een UVR1611 dient
bij uitvoer via de DL-Bus de data-export geactiveerd te worden (uitgang 14 als
„Dataleiding" definiëren). Bij de export via de CAN-Bus dienen de gewenste waardes
in het menu „Netwerk/ Datalogging" ingesteld te zijn.
6)
Zolang de datalogger met de regeling is verbonden, worden de meetwaardes
volgens het ingestelde opslagcriterium opgeslagen.
7)
Bij het afkoppelen van de Bootloader van de regelaar dienen datum en tijd te worden
genoteerd, omdat Winsol deze waardes benodigd om bij het inlezen van de data de
correcte tijd te koppelen. Bij UVR1611, UVR61-3, UVR63 en UVR63H is dit niet
nodig.
Uitlezen van de opgeslagen data:
8)
De Bootloader zonder DL- of CAN-Busverbinding (CAN-L cq. CAN-H) met de PC
verbinden.
9)
Voeding voorzien: batterij, adapter (CAN-NT) of 12V-voeding van de CAN-Bus.
10)
In Winsol de betreffende klant selecteren.
De in de Bootloader opgeslagen data kunnen nu met "Logger uitlezen" ingelezen
11)
en vervolgens geanalyseerd worden.
Loggerdata uitlezen
In het menu „Logger \ data uitlezen" wordt het uitlezen van loggerdata gestart.
De aangemaakte en in de Bootloader opgeslagen data worden uitgelezen en als log-bestand
in het Winsol-bestandssysteem op de pc opgeslagen. Voor iedere maand wordt een eigen
log-bestand in de betreffende submap ("...\log") aangemaakt. Bij het dataloggen van twee of
meerdere datapakketten (apparaten), slaat Winsol de data op in de submappen "...\log1" en
"...\log2" etc.. De bestandsnaam van een log-bestand bevat informatie over het jaar en de
maand van de data. In het bestand "Y201210.log" zijn bijvoorbeeld de verwekte meetdata
van
oktober
2012
opgeslagen.
Let op: Indien de data van meerdere systemen worden verwerkt, dient men er voor het
inlezen van de data zeker van te zijn, dat de juiste "Klant" (zie Klantenmodus) is
geselecteerd!
16