2
Keuze van de verbinding met de datalogger
De BL-NET kan zowel via de seriële poort als over ethernet met de PC worden verbonden.
Seriële poort (USB, RS232)
„Testen" controleert de communicatie met de logger op de gekozen poort. Informatie van de
aangesloten logger wordt weergegeven. Met „ Herbenoemen " wordt het type van de logger
in de setup vastgelegd.
Is de COM-aansluiting niet bekend, kan met „Logger zoeken" op alle COM-poorten van de
computer naar de logger worden gezocht.
COM-poort en type van de gevonden logger worden weergegeven. Met „Herbenoemen"
wordt de geselecteerde logger in de setup vastgelegd.
Ethernet
Voor de verbinding via ethernet dient
„Ethernet" te worden gekozen. Verder
dienen het IP-adres cq. de domeinnaam
van de BL-NET en zijn TA-Port ingesteld te
worden. De ethernet-aansluiting wordt pas
door de voeding van de BL-NET via de
CAN-Bus of een 12V-adapter (CAN-NT) geactiveerd!
De eerste inbedrijfname van de ethernet-aansluiting wordt in het hoofdstuk „Opnemen van
de BL-NET in een LAN-netwerk"beschreven.
„Testen" controleert de communicatie met de logger. Informatie over de verbonden logger
worden weergegeven. Met „ Herbenoemen " wordt de geselecteerde logger in de setup
vastgelegd.
„Testen" is pas succesvol, indien de BL NET correct in het LAN- netwerk is verbonden (zie
handleiding) en de gegevens m.b.t. de verbinding correct in de setup van Winsol zijn
ingevoerd.
3
Wissen van het datageheugen
Er zijn 3 mogelijkheden beschikbaar:
automatisch
Na het uitlezen van het geheugen wordt deze automatisch gewist
(aanbevolen).
handmatig
Na het uitlezen van het geheugen wordt gevraagd, of deze gewist dient te
worden.
Het wordt aanbevolen, het datageheugen van de logger na het succesvol
uitlezen te wissen.
nooit
Het geheugen wordt na het uitlezen niet gewist.
Winsol
11