Tabel 6-3
Beheer van adres- en berichtveld (Basisinstellingen) (vervolg)
Functie
Standaardafzender: en
Standaard weergavenaam:
Onderwerp:
Bericht:
Tabel 6-4
Beheer van adres- en berichtveld (Geavanceerde instellingen, optioneel)
Functie
Adresveldbeperkingen
Ongeldige indeling voor e-
mailadressen toestaan
Aan:
CC:
BCC:
5.
Stel in het gedeelte Bestandsinstellingen de standaardvoorkeuren voor bestandsinstellingen in.
Tabel 6-5
Bestandsinstellingen (Basisinstellingen)
Functie
Bestandsnaam
Bestandstype
Resolutie
Omschrijving
Geef een e-mailadres en naam op om deze te gebruiken voor het adres Van: van het
e-mailbericht.
OPMERKING:
Maak een e-mailaccount voor de printer en gebruik het adres daarvan als
het standaard-e-mailadres.
OPMERKING:
Configureer de e-mailfunctie zodat gebruikers zich moeten aanmelden
voordat ze deze kunnen gebruiken. Hiermee voorkomt u dat gebruikers e-mails verzenden
vanaf adressen die niet van hun zijn.
Geef een standaardonderwerp voor e-mailberichten op.
Voer een berichttekst in. Om dit bericht te gebruiken voor alle e-mails die vanaf de
printer worden verzonden, schakelt u het selectievakje Door gebruiker aan te passen voor
Bericht: uit.
Omschrijving
Specificeer of gebruikers een e-mailadres uit een adresboek moeten selecteren of dat
gebruikers handmatig een e-mailadres mogen invoeren.
VOORZICHTIG:
Als Gebruikers moeten adressen in een adresboek selecteren is
geselecteerd en een van de adresvelden is ingesteld op Door gebruiker aan te passen,
worden wijzigingen in deze velden ook doorgevoerd in het adresboek.
U kunt voorkomen dat gebruikers contactpersonen in het adresboek wijzigen op de
printer. Ga hiervoor naar de pagina Toegangsbeheer op het tabblad Beveiliging en weiger
Gast apparaat toegang tot de functie voor adresboekwijziging.
Selecteer deze optie om ongeldige e-mailadressen toe te staan.
Geef een Aan-e-mailadres (ontvanger) op voor e-mails.
Geef een CC-e-mailadres op voor e-mail.
Geef een BCC-e-mailadres op voor e-mail.
Omschrijving
Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze
instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze
instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Stel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan
uit meer dpi (dots per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen
met een lagere resolutie bestaan uit minder dpi en geven dus minder details weer. De
bestandsgrootte is echter kleiner.
Methode 2: Geavanceerde configuratie met behulp van E-mailinstellingen
75