5.
Om het aantal exemplaren aan te passen selecteert u het veld voor het aantal exemplaren. Gebruik
het toetsenblok om het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken op te geven.
6.
Selecteer Starten
Opgeslagen taken verwijderen
Documenten die u op de printer hebt opgeslagen, kunt u verwijderen wanneer u ze niet meer nodig hebt.
U kunt ook het maximum aantal taken aanpassen dat voor de printer wordt opgeslagen.
Een taak verwijderen die op de printer is opgeslagen
Gebruik het bedieningspaneel om een taak te verwijderen die is opgeslagen in het printergeheugen.
1.
Navigeer vanaf het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing
Afdrukken
2.
Selecteer
3.
Selecteer de naam van de map waarin de taak is opgeslagen of selecteer
mappen weer te geven.
4.
Selecteer de naam van de taak. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het
wachtwoord op.
5.
Selecteer de knop Prullenbak
De limiet voor het opslaan van taken wijzigen
Wanneer een nieuwe taak in het printergeheugen wordt opgeslagen, overschrijft de printer alle
voorgaande taken met dezelfde gebruiker- en taaknaam. Als een taak nog niet is opgeslagen onder
dezelfde gebruikers- en taaknaam en als de printer extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen
taken automatisch worden verwijderd, te beginnen met de oudste taak.
Als u het aantal taken dat kan worden opgeslagen in de printer wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1.
Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing
Instellingen
2.
Open de volgende menu's:
a.
Kopiëren/afdrukken
b.
Opgeslagen taken beheren
c.
Limiet voor opslaan van tijdelijke taken
3.
Gebruik het toetsenblok om het aantal taken in te voeren dat wordt opgeslagen in de printer.
4.
Selecteer
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding
Afdruktaken die worden verzonden vanaf stuurprogramma's op de client (bijv. pc) kunnen persoonlijke
informatie verzenden naar apparaten voor afdrukken en beeldverwerking van HP. Dit kan onder andere
de gebruikersnaam zijn en de naam van de client waar de taak vandaan komt. Deze informatie kan,
afhankelijk van de instellingen die de beheerder van het afdrukapparaat heeft bepaald, worden gebruikt
voor de boekhouding. Deze informatie kan ook met de taak worden opgeslagen op het apparaat voor
massaopslag (bijv. schijfstation) van het afdrukapparaat als u de taakopslagfunctie gebruikt.
of
Afdrukken
en selecteer vervolgens het pictogram Afdrukken.
Afdrukken vanuit
taakopslag.
om de taak te verwijderen.
en selecteer vervolgens het pictogram Instellingen.
of
Afdrukken
OK
of
Gereed
om de instelling op te slaan.
om de taak af te drukken.
Kiezen
om de lijst met
Opgeslagen taken verwijderen
53