1.
Open de printer en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. Controleer of er geen
afgescheurde papierrestanten in de printer zijn achtergebleven.
2.
Plaats papier met het juiste formaat voor de taak in de lade.
3.
Controleer of het papierformaat en de papiersoort correct zijn ingesteld op het bedieningspaneel
van de printer.
4.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders
aan tot de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd
met de markering op de lade.
OPMERKING:
Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de
papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
In de volgende afbeeldingen staan voorbeelden van de inkepingen voor papierformaat in de laden
voor verschillende printers. De meeste HP-printers hebben vergelijkbare markeringen.
Afbeelding 9-1
Formaatmarkeringen voor lade 1 of de multifunctionele lade
Afbeelding 9-2
Formaatmarkeringen voor cassetteladen
A5
JIS B5
EXEC
A4
LTR/LGL
A6
A5
JIS B5
EXEC
A4
LTR/LGL
5.
Controleer of de vochtigheid in de ruimte voldoet aan de specificaties voor deze printer en of
het papier in ongeopende pakken wordt bewaard. Papier wordt meestal in vochtwerende pakken
verkocht om het papier droog te houden.
11 10.5 B5
A4
A4
B5
A5
11 10.5
De printer pakt geen papier op
147