Rexroth IndraDrive Aandrijfbesturingen Vermogensonderde‐
len HCS01
1.1.4
Bescherming tegen magnetische en elektromagnetische velden bij
het gebruik en de montage
1.1.5
Bescherming tegen het contact met hete onderdelen
●
Voorkom het bedrijf van hoogfrequente-, afstandsbestuurde- en zend‐
toestellen in de buurt van componenten van het elektrisch aandrijf- en
besturingssyteem en diens aansluitkabels. Is een gebruik van deze toe‐
stellen onvermijdelijk, controleer bij de eerste ingebruikname van het
elektrisch aandrijf- en besturingssysteem de machine of installatie op
mogelijke foutieve functies bij werking van zulke hoogfrequente-, af‐
standsbestuurde- of zendtoestellen in hun mogelijke gebruiksposities.
Eventueel is een speciale EMC-keuring vereist.
Magnetische en elektromagnetische velden die zich direct in de buurt van on‐
der stroom staande geleiders en permanente magneten in de elektrische mo‐
toren bevinden, kunnen een ernstig gevaar voor personen met pacemakers,
metalen implantaten en gehoorapparaten zijn.
Gevaar voor de gezondheid voor personen met pacemakers, metalen im‐
plantaten en gehoorapparaten in de directe omgeving van elektrische com‐
ponenten!
●
Personen met pacemakers en metalen implantaten mogen het volgende
gebieden niet betreden:
–
Bereiken, waarin componenten van het elektrische aandrijf- en be‐
sturingssysteem gemonteerd, in werking genomen en bedreven
worden
–
Gebieden, waar motorcomponenten met permanente magneten
opgeslagen, gerepareerd of gemonteerd worden.
●
Is het nodig dat personen met een pacemaker deze gebieden betreden,
moeten zij eerst hun arts consulteren. De elektromagnetische compati‐
biliteit van geïmplanteerde pacemakers kan verschillen, waardoor geen
algemeen geldige regels genoemd kunnen worden.
●
Personen met metalen implantaten of metallen splinters alsook met
hoorappraten dienen vóór het betreden van zulke bereiken een arts te
consulteren.
Hete oppervlakken van componenten van het elektrisch aandrijf- en bestu‐
ringssysteem. Gevaar van verbrandingen!
●
Voorkom het contact met hete oppervlakken van bv remweerstanden,
koellichamen, voedings- en aandrijfregelapparaten, motoren, wikkelin‐
gen en gelamineerde kernen!
●
Temperaturen van oppervlakken kunnen tijdens of na het gebruik afhan‐
kelijk van de gebruiksomstandigheden boven 60 ℃ (140 °F) liggen.
●
Laat de motoren na het uitschakelen voldoende lang afkoelen, alvorens
u deze aanraakt. Afkoeltijden tot 140 minuten kunnen nodig zijn! In het
algemeen is de vereiste afkoeltijd vijf keer zo lang dan de in de techni‐
sche gegevens vermelde thermische tijdconstante.
●
Laat smoorkleppen, voedings- en aandrijfregelapparaten 15 minuten
lang na het uitschakelen afkoelen, alvorens u deze aanraakt.
●
Draag veiligheidshandschoenen of werk niet met hete oppervlakken.
●
Voor bepaalde toepassingen zijn volgens de veiligheidsvoorschriften
maatregelen ter preventie van verbrandingsverwondingen in het eindge‐
Belangrijke opmerkingen
R911413295_Uitgave 01 Bosch Rexroth AG
5/71