Rexroth IndraDrive Aandrijfbesturingen Vermogensonderde‐
len HCS01
1
Belangrijke opmerkingen
1.1
Veiligheidsinformatie
1.1.1
Principieel
●
Installeer en gebruik geen componenten van het elektrische aandrij‐
vings- en besturingssysteem vooraleer u alle meegeleverde documen‐
ten aandachtig gelezen hebt. Deze veiligheidsinstructies en alle andere
gebruikersinformatie moeten vóór alle werkzaamheden met deze com‐
ponenten doorgelezen worden. Heeft u geen gebruikersinformatie voor
de componenten ter beschikking, neem dan contact op met uw bevoeg‐
de verkooppartner vanRexroth. Vraag de onmiddellijke toezending van
deze documenten naar de verantwoordelijke persoon/personen voor het
veilige gebruik van de componenten.
●
Indien u iets in de meegeleverde documentatie niet begrijpt, doet u ab‐
soluut navraag bij Rexroth alvorens werkzaamheden aan of met de
componenten aan te vatten.
●
Wordt de component verkocht, verhuurd en/of anderszins doorgegeven,
moet de veiligheidsinformatie ook in de landstaal van de gebruiker mee‐
geleverd worden.
●
Uitsluitend gekwalificeerd personeel mag aan componenten van het
elektrische aandrijvings- en besturingssysteem of in de buurt daarvan
werken.
In de zin van deze gebruiksaanwijzing omvat het gekwalificeerde perso‐
neel die personen die vertrouwd zijn met de installatie; montage, inbe‐
drijfstelling en het bedrijf van de componenten van het elektrische aan‐
drijvings- en besturingssysteem alsmede de daarmee gepaard gaande
gevaren en die over aan hun activiteiten beantwoordende kwalificaties
beschikken. Tot dergelijke kwalificaties behoren o.a.:
–
Een opleiding of onderricht, dan wel de bevoegdheid, om stroom‐
circuits en componenten veilig in en uit te schakelen, te aarden en
te kenmerken.
–
Een opleiding of onderricht voor de verzorging en het gebruik van
een gepaste veiligheidsuitrusting.
–
Scholing in EHBO.
●
De technische gegevens en de voorwaarden voor aansluiting en instal‐
latie van de componenten kunnen worden ontleend aan de gebruiksdo‐
cumentatie en moeten onvoorwaardelijk in acht genomen worden.
●
Indien het bij de componenten om hardware gaat, moeten deze in de
originele toestand blijven; d.w.z. er mogen geen constructieve verande‐
ringen worden uitgevoerd. Softwarecomponenten mogen niet gedecom‐
pileerd worden en hun broncodes mogen niet veranderd worden.
●
Beschadigde of foutieve componenten mogen niet gemonteerd of in be‐
drijf gesteld worden.
●
Er mogen uitsluitend door Rexroth goedgekeurde toebehoren- en ver‐
vangingsonderdelen gebruikt worden.
●
Veiligheidsvoorschriften en -bepalingen van het land in acht nemen
waarin de elektrische componenten van het elektrische aandrijvings- en
besturingssysteem gebruikt worden.
●
Voorwaarde voor het correcte en veilige gebruik van de component zijn
deskundig en vakkundig transport, opslag, montage en installatie alsme‐
de zorgvuldige bediening en onderhoud.
Belangrijke opmerkingen
R911413295_Uitgave 01 Bosch Rexroth AG
1/71