een of meer binnenunits nog steeds om koeling vragen, start de buitenunit na
5 minuten opnieuw in de koelmodus en alle binnenunits die om koeling vragen
starten dan in de koelmodus.
1.2 Prioriteitsmodus koelen:
a. Tijdens verwarmingsmodus: Als een binnenunit om koeling vraagt, stopt
de buitenunit en start deze na 5 minuten opnieuw in de koelmodus. Binnenunits
die om koeling vragen starten vervolgens in de koelmodus en binnenunits die
om verwarming vragen geven de modus conflictfout weer.
b. Tijdens koelbedrijf: Als een binnenunit verwarming aanvraagt, negeren de
buitenunits de aanvraag en blijven ze in de koelmodus werken. De binnenunit
die verwarming aanvraagt, geeft de modus conflictfout weer. Als alle binnenunits
die om koeling vragen later worden uitgeschakeld en een of meer binnenunits
nog steeds om verwarming vragen, start de buitenunit na 5 minuten opnieuw in
de verwarmingsmodus en alle binnenunits die om verwarming vragen starten
dan in de verwarmingsmodus.
2. Prioriteitsmodus koelen: zie bovenstaande "1.2. Prioriteitsmodus koelen"
beschrijvingen.
3. Modus Eerste aan prioriteit: De buitenunit werkt in de modus van de binnenunit
die als eerste wordt ingeschakeld. Binnenunits die zich in een andere modus
bevinden dan het apparaat dat als eerste is ingeschakeld, geven de modus
conflictfout weer.
4. Alleen verwarmingsmodus: The outdoor unit only operates in heating mode.
Indoor units requesting heating operate in heating mode. Indoor units
requesting cooling or in fan only mode display the mode conflict error.
5. Alleen koelen modus: De buitenunit werkt alleen in de koelmodus. Binnenunits
die om koeling vragen werken in de koelmodus; binnenunits in de modus alleen
ventilator werken in de modus alleen ventilator. Binnenunits die verwarming
vragen, geven de modus conflictfout weer.
11.3
Proefdraaien in bedrijf
11.3.1 Inbedrijfstellingstest van systeem met één koelmiddel
Nadat alle controles voor ingebruikname in 11.1 "Controles voor ingebruikname" zijn
uitgevoerd, moet een testrun worden uitgevoerd zoals hieronder beschreven.
Opmerking: Wanneer u het systeem voor inbedrijfstellings tests laat draaien, laat u
alle binnenunits draaien als de combinatieverhouding 100% of minder is, en als de
combinatieverhouding meer dan 100% is, laat u de binnenunits draaien met een totale
capaciteit die gelijk is aan de capaciteit van de buitenunit.
De testprocedure is als volgt:
1. Open de vloeistof- en gasafsluiters van de buitenunit.
2. Schakel de stroom naar de buitenunit in.
3. Als handmatige adressering wordt gebruikt, stelt u de adressen van elke binnenunit
in.
4. Laat de stroom minimaal 12 uur aanstaan voordat u het systeem laat draaien om
36