5.8
Vacuümdrogen
5.8.1 Doel
Vacuümdroging moet worden uitgevoerd om vocht en niet-condenseerbare gassen
uit het systeem te verwijderen. Het verwijderen van vocht voorkomt ijsvorming en
oxidatie van koperen leidingen of andere interne componenten. De aanwezigheid van
ijsdeeltjes in het systeem zou een abnormale werking veroorzaken, terwijl deeltjes
geoxideerd koper schade aan de compressor kunnen veroorzaken. De aanwezigheid
van niet-condenseerbare gassen in het systeem zou leiden tot drukschommelingen
en slechte prestaties van de warmtewisseling.
Vacuümdrogen zorgt ook voor extra lekdetectie (naast de gasdichtheidstest).
5.8.2 Procedure
Tijdens het vacuümdrogen wordt een vacuümpomp gebruikt om de druk in de
leidingen zodanig te verlagen dat eventueel aanwezig vocht verdampt. Bij 5 mmHg
(755 mmHg onder de normale atmosferische druk) ligt het kookpunt van water bij
0°C. Daarom moet een vacuümpomp worden gebruikt die een druk van -756mmHg
of lager kan handhaven. Het gebruik van een vacuümpomp met een debiet van meer
dan 4L/s en een nauwkeurigheidsniveau van 0,02mmHg wordt aanbevolen.
LET OP!
Voordat u begint met vacuümdrogen, moet u ervoor zorgen dat alle afsluitkranen
»
van de buitenunit goed gesloten zijn.
Als het vacuümdrogen is voltooid en de vacuümpomp is gestopt, kan door de lage
»
druk in de leidingen smeermiddel van de vacuümpomp in het aircosysteem worden
gezogen. Hetzelfde kan gebeuren als de vacuümpomp onverwacht stopt tijdens de
vacuümdroogprocedure. Vermenging van pompsmeermiddel met compressorolie
kan leiden tot storingen in de compressor en daarom moet er een eenrichtingsventiel
worden gebruikt om te voorkomen dat vacuümpompsmeermiddel in het
leidingsysteem sijpelt.
Procedure
De vacuümdroogprocedure verloopt als volgt:
Stap 1
Sluit de blauwe (lagedrukzijde) slang van een manometer aan op de
»
gasleidingafsluiter van de buitenunit, de rode (hogedrukzijde) slang op de
vloeistofleidingafsluiter van de buitenunit en de gele slang op de vacuümpomp.
Stap 2
Start de vacuümpomp en open vervolgens de manometerkleppen om het systeem
»
vacuüm te zuigen.
Sluit na 30 minuten de kleppen van de manometer.
»
Controleer na nog eens 5 tot 10 minuten de manometer. Als de meter weer op nul
»
staat, controleer dan op lekkage in de koelmiddelleidingen.
Stap 3
Open de manometerkleppen opnieuw en ga door met vacuümdrogen gedurende
»
ten minste 2 uur en totdat een drukverschil van 756mmHg of meer is bereikt. Zodra
het drukverschil van ten minste 756mmHg is bereikt, gaat u nog 2 uur door met
vacuümdrogen.
20