Verhelpen van storingen
Het apparaat start niet
De lokale netaansluiting
■
controleren
De zekeringen in de schakelkast
■
controleren. Het fase-
controlelampje moet branden
De keuzeschakelaar "Verwarmen"
■
in de stand "I" schakelen
Controleer of het
■
controlelampje "Brander" op de
schakelkast brandt
Controleer de
■
thermostaataansluiting
of evt. de kabels van de
ruimtethermostaat
Controleer de instelling van de
■
ruimtethermostaat.
De ingestelde temperatuur
moet hoger zijn dan de
aanwezige ruimtetemperatuur
Controleer of de
■
veiligheidstemperatuurbegrenzer
(STB) evt. is geactiveerd
LET OP
Voor onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moet
het apparaat in principe van het
elektriciteitsnet worden losgekoppeld.
LET OP
Voor de ontgrendeling van
een veiligheidsinrichting moet
de oorzaak van de activering
gelokaliseerd en opgelost worden.
AANWIJZING
Veiligheidsinrichtingen
mogen tijdens het bedrijf van
de apparaten niet worden
overbrugd of geblokkeerd!
De brander start niet
Controleer het oliefilter/
■
de oliefilters op vervuiling.
Vervuilde filter(s) vervangen
Controleer of de afsluitkraan op
■
het oliefilter is geopend
Het brandstofreservoir
■
controleren op voldoende
vulhoeveelheid
De brandstof en het filter
■
op afscheiding van paraffine
controleren
Onder 5 °C is al afscheiding
van paraffine mogelijk!
De olieslangen op
■
beschadigingen en dichtheid
controleren
Er wordt evt. lucht mee
aangezogen!
De veiligheidstemperatuurbegrenzer
■
(STB) controleren
De temperatuursensor (TW1/
■
TW2) controleren
De capillaire buizen en
■
voelers van de drievoudige
regelaareenheid op
beschadiging en correcte
positionering van de voeler
controleren
Controleer of het storingslampje
■
van de branderautomaat brandt
Indien het storingslampje
■
brandt, de branderautomaat
door op de storingsknop te
drukken ontgrendelen
Het storingslampje gaat uit en
de brander probeert te starten!
LET OP
Als de brander na het starten
echter een storing meldt, mag
nogmaals een ontgrendeling
worden uitgevoerd na een
wachttijd van 5 minuten.
Verdere ontgrendelingen
moeten absoluut achterwege
blijven, aangezien er gevaar
op verbranding bestaat.
19