Jaarlijkse controle
en onderhoud
De apparaten moeten, in
overeenstemming met de
voorwaarden voor gebruik, indien
nodig, maar minimaal één keer
per jaar door een deskundige
worden gecontroleerd op hun
arbeidsveilige toestand.
Om redenen van bedrijfsgereedheid,
functionele veiligheid, economische
efficiëntie en naleving van de
emissiegrenswaarden moet de
exploitant de apparaten ten
minste eenmaal per jaar door een
vertegenwoordiger van de fabrikant
of een andere deskundige laten
controleren.
Voor het meten van de
verbrandingswaarden is volgens
de voorschriften van de BImSchV.
gewerkt worden.
Bij geconstateerde gebreken,
moet de exploitant erop gewezen
worden, dat hij voor onmiddellijke
reparatie of vervanging van
componenten moet zorgen.
Hiervoor geldt:
Reparatiewerkzaamheden aan
de begrenzingsinrichtingen, de
automatische bedieningselementen
en de vlambewakingsinrichtingen
alsmede aan andere
veiligheidsinrichtingen mogen
alleen door de betreffende
fabrikant of zijn vertegenwoordiger
aan het afzonderlijke apparaat
worden uitgevoerd.
AANWIJZING
Wij adviseren om voor
regelmatige onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden
bij een erkend vakbedrijf
een onderhoudscontract af
te sluiten.
Afvoer van verbrandingsgassen
In de regel moeten de apparaten
op een geschikt en goedgekeurd
afzuigsysteem worden aangesloten.
AANWIJZING
De installatie van het
afzuigsysteem moet in ieder
geval worden goedgekeurd.
Afzuigsystemen zijn
constructiesystemen in of op
gebouwen die uitsluitend zijn
ontworpen om verbrandingsgassen
van haarden veilig via het dak af te
voeren.
Voor de planning en constructie
van afzuigsystemen zijn met name
van belang:
De betreffende verordening
■
voor verbrandingsinstallaties
(FeuVo)
De betreffende nationale
■
bouwverordening (LBO)
DIN 18160 deel 1, Planning
■
en uitvoering
DIN EN 13384
■
deel 1, warmte- en
vloeistofberekeningsmethoden
Technische regels voor
■
gasinstallatie DVGW-TRGI
2008
Bij de planning en montage
van afzuigsystemen moet op de
volgende punten gelet worden:
De installatie en montage
■
van het afzuigsysteem moet
deskundig en telkens volgens
de geldende voorschriften
worden uitgevoerd
De afmetingen van de
■
gasafvoerleiding moeten zijn
afgestemd op de capaciteit van
het apparaat, de structurele
omstandigheden of vereisten
Afzuigsystemen moeten
■
volgens hun vrije doorsnede
en hoogte zodanig worden
gedimensioneerd dat
de verbrandingsgassen
onder alle beoogde
bedrijfsomstandigheden naar
buiten worden afgevoerd
en dat er geen gevaarlijke
overdruk kan ontstaan ten
opzichte van de ruimten
De monden van afzuigsystemen
■
moeten minstens 40 cm boven
de nok uitsteken of minstens
1 m van het dakoppervlak
verwijderd zijn
Indien dynamische drukken
■
te verwachten zijn, bijv. door
valwinden of naburige gebouwen,
moet de schoorsteenkop
dienovereenkomstig worden
ontworpen
Bij dak- of wandkanalen
■
moet het afzuigsysteem door
een pijphoes of een schacht
worden geleid, zodat de
gasafvoerleiding bij verwarming
vrij kan uitzetten
De apparaataansluiting moet goed
■
dicht zijn en met een klinknagel of
schroef tegen onbedoeld losraken
worden beveiligd
Houd horizontale rookgasdelen
■
bij voorkeur zo kort mogelijk
Achter de aansluiting van het
■
apparaat moet op een afstand
van 2 x D (Ø) rookgaspijp een
hersluitbare meetpoort worden
aangebracht
LET OP
Er mag door ondeskundige
afvoer van verbrandingsgassen in
geen geval tegendruk ontstaan.
11