9. A p pa r a ats ta tu s
9- 1 2
Standaardprogrammering
U kunt de printer starten met een printermodus die in het
geheugen is opgeslagen.
1.
Selecteer Standaardprogrammering.
2.
Selecteer Standaardinstellingen of Aangepaste
instellingen.
3.
Als u Aangepaste instellingen selecteert, moet u vervolgens
het geheugennummer selecteren dat u wilt gebruiken.
Standaardsinstellingen
Gebruik de standaardinstellingen uit de fabriek.
Aangepaste instellingen
Het nummer dat in het geheugen is opgeslagen verschijnt.
X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r