6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
Controleer of het leidingsysteem is voorbereid.
■
Controleer het leidingsysteem op lekkage.
■
Controleer of de elektrische installatie is voorbereid.
■
Controleer of de elektrische voeding zo is aangesloten
■
dat de compressorverwarming (EB10) indien nodig
kan beginnen met het opwarmen van de compressor.
De compressorverwarming (EB10) moet minimaal 3
■
uur actief zijn voordat de compressor in bedrijf kan
worden gesteld. Dit doet u door de regelspanning aan
te sluiten. De F2120 staat compressorstart toe nadat
de compressor is opgewarmd. Dit kan tot 3 uur duren.
Vullen en ontluchten van het
verwarmingssysteem
1. Vul het verwarmingssysteem tot de noodzakelijke
druk.
2. Ontlucht het systeem met de ontluchtingsnippel op
de flexibele slang (meegeleverd) en mogelijk ook de
circulatiepomp.
34
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
Inbedrijfstelling en inspectie
1. Communicatiekabel, klemmenstrook (X22:1-4) moet
2. Als koelen met de F2120 gewenst is, moet dip-switch
3. Schakel de isolatorschakelaar in.
4. Zorg ervoor dat de F2120 op de stroombron is aan-
5. Controleer of de zekering (FC1) aan is.
6. Plaats de verwijderde panelen en kap terug.
7. Nadat de voeding naar de F2120 is ingeschakeld en
8. Stel het laaddebiet af volgens de grootte. Zie ook
9. Pas de menu-instellingen indien nodig aan via het
10. Vul het inbedrijfstellingsrapport in de gebruikers-
QM20
11. Verwijder de beschermende laag van de afdekking
Ontluchten, zijde van het
verwarmingssysteem
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en
het kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Als er
borrelende geluiden bij de warmtepomp worden waar-
genomen, kan het nodig zijn om de circulatiepomp en
radiatoren van het hele systeem nogmaals te ontluchten.
Als het systeem stabiel is (juiste druk en volledig ontlucht)
kan het automatische regelsysteem voor de verwarming
naar behoefte worden ingesteld.
zijn aangesloten.
S1 positie 4 worden gewijzigd volgens de beschrij-
ving onderaan op pagina 25.
gesloten.
er een compressorvraag van het binnendeel/de re-
gelmodule is, start de compressor zodra deze is op-
gewarmd, na max. 180 minuten. De lengte van deze
tijdvertraging hangt ervan af of de compressor eer-
der is opgewarmd. Zie hoofdstuk Voorbereidingen
op pagina 34.
het hoofdstuk "Afstelling, debiet" op pagina 35.
binnendeel/de regelmodule.
handleiding in.
op de F2120.
Voorzichtig!
Tijdens het aansluiten moet rekening worden
gehouden met de externe regeling.
NIBE™ F2120