9.2 Vervanging van de sproeier.
•
Breng de brander in onderhoudpositie (zie punt 7.2).
•
Ontkoppel de kabels 4 van de ontstekingselektroden.
•
Draai de schroef 3 los en verwijder de turbulator 2.
•
Draai
de
sproeier
sproeierhouder vast.
•
Vervang de sproeier 1 en draai deze voldoende vast
om zeker te zijn van de dichtheid met de
sproeierhouder.
•
Monteer de turbulator 2 terug en sluit de kabels 4 van
de ontstekingselektroden weer aan.
•
Controleer de positie van de turbulator : afstand Y
(zie punt 7.3).
•
Breng de brander in de werkpositie (zie punt 7.5).
9.3 Vervanging van de ontstekingselektroden.
•
Breng de brander in onderhoudpositie.
•
Ontkoppel
de
voedingskabels
ontstekingselektroden.
•
Draai de schroef 1 van de bevestigingsflens los van de
ontstekingselektroden en verwijder de elektroden.
•
Plaats voorzichtig de nieuwe ontstekingselektroden en
bevestig ze met de schroef 1.
•
Controleer de positie van de ontstekingselektroden
(zie punt 7.4).
•
Sluit de voedingskabels 2 van de elektroden weer aan.
•
Breng de brander weer in werkpositie (zie punt 7.5).
1
los
en
houd
2
van
de
de
1
2
22
1
Y
2
3
4
00115
00116