9 Vervanging van defecte onderdelen.
9.1 Vervanging van de sproeierhouder
Demontage.
•
Ontkoppel de aansluitconnector 1 van de brander.
•
Draai de 4 snelgrendelschroeven 2 los (zie punt 7.2)
en scheid de componentendraagplaat van het
branderlichaam.
•
Plaats de componentendraagplaat op een solide steun
in de buurt van de ketel, erop lettend dat de flexibels en
de elektrische draad niet verplet worden.
•
Ontkoppel de kabels 3 van de ontstekingselektroden 4.
•
Draai de turbulator 5 los en verwijder deze.
•
Klik het meetplaatje 6 los van de sproeierhouder.
•
Verwijder de olieleiding 7 van de sproeierhouder en
draai moer 8 los.
•
Draai blokkeermoer 9 los van de instelschroef 10.
•
Draai
de
instelschroef
sproeierhouder los is.
•
Verwijder de sproeierhouder.
10
linksom
tot
de
•
Plaats de nieuwe sproeierhouder.
•
Draai
de
instelschroef
sproeierhouder vast te houden.
•
Draai de blokkeermoer 9 op instelschroef 10, op
ongeveer 5 mm van het einde ervan.
•
Bevestig de olieleiding 7 op de sproeierhouder met
moer 8.
•
Monteer turbulator 6 terug, en draai deze aan.
•
Sluit de kabels 3 op de ontstekingselektroden 4 aan.
•
Breng
de
componentendraagplaat
onderhoudpositie (zie punt 7.2), en voer de
instellingen van de punten 7.3, 7.4, 7.6, 7.7 en 7.9 uit.
•
Breng de brander in de werkpositie (zie punt 7.5).
21
Montage.
10
rechtsom
om
de
in
de