7.4.2
Vouwverduistering
Sluiten:
Openen:
Rolhor
Sluiten:
Openen:
3505640 - 04/23 - EHG-0049-00NL
Om het uitzetbaar raam in de stand "continue ventilatie" te brengen:
◼
De vergrendelingshendel (Afb. 16,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
◼
Het uitzetbaar raam licht naar buiten duwen.
◼
De vergrendelingshendel een kwartslag naar het raamkozijn draaien. De
vergrendelingsneus (Afb. 16,1) daarbij in de uitsparing van de raamver-
grendeling (Afb. 16,2) schuiven.
Het uitzetbare raam mag tijdens de rit niet in de stand "continue ventilatie"
staan.
Bij regen kan er spatwater in de woonruimte binnendringen, als het uitzet-
bare raam in de stand "continue ventilatie" staat. Daarom de uitzetbare ra-
men volledig sluiten.
Vouwverduistering en rolhor
De ramen zijn uitgerust met vouwverduistering en rolhor. Rolhor en vouw-
verduistering kunnen apart of tegelijk worden bediend.
Afb. 17
Uitzetbaar raam
De vouwverduistering (Afb. 18,5) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing on-
deraan.
◼
Vouwverduistering in het midden van de greeplijst (Afb. 17,3 en
Afb. 18,4) vastpakken, van onder naar boven trekken en op de ge-
wenste hoogte loslaten. De vouwverduistering blijft in deze hoogte
staan.
◼
De vouwverduistering in het midden van de greeplijst vasthouden en
naar beneden schuiven.
De rolhor (Afb. 18,1) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing bovenaan.
◼
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 17,2 en Afb. 18,2) naar beneden trekken
tot deze tegen de greeplijst van de vouwverduistering (Afb. 18,4) stoot.
◼
Arretering (Afb. 17,1 en Afb. 18,3) op rolhor met de greeplijst van de
vouwverduistering vergrendelen. Wanneer de arretering vergrendeld is,
kunnen de vouwverduistering en rolhor samen versteld worden.
◼
Arretering (Afb. 18,3) aan de rolhor boven indrukken.
◼
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 17,2) langzaam terugbrengen.
Wonen
Afb. 18
Arretering
7
47