Inhoudsopgave
Advertenties
Gasdrukregelaar met
crashsensor en
slangbreukbeveiliging
3505640 - 04/23 - EHG-0049-00NL
4.6
Flatscreen
Voor het begin van de rit de flatscreen veilig opbergen.
4.7
Gasdrukregelaar
Het gebruik van op gas werkende apparaten tijdens de rit is alleen
toegestaan als de gasinstallatie daarvoor is uitgerust. Slangbreukbe-
veiliging en een crashsensor verhinderen dat bij een ongeluk gas kan
uitstromen.
De afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van
de gasdrukregelaar in acht nemen.
Al naargelang de uitrusting kunnen in het voertuig verschillende gasdrukre-
gelaars zijn ingebouwd.
Als in het voertuig andere dan de bovengenoemde gasdrukregelaars zijn
ingebouwd, moeten tijdens de rit de hoofdafsluitkraan aan de gasfles en de
gasafsluitkranen gesloten zijn.
Afb. 7
Gasdrukregelaar (MonoCon-
trol)
Als in het voertuig een gasdrukregelaar met crashsensor (Afb. 7,2 en
Afb. 8,2) en slangbreukbeveiliging (Afb. 7,1 en Afb. 8,1) is ingebouwd:
De hoofdafsluitkraan aan de gasfles en de gasafsluitkraan "Verwarming"
mogen tijdens de rit geopend blijven. Op gas werkende apparaten mogen
tijdens de rit ingeschakeld zijn.
De uitvoering van de gasdrukregelaar MonoControl (Afb. 7) en DuoControl
(Afb. 8) kan in detail verschillen (met rechte of schuine kant).
Indien nodig, contact opnemen met de erkende dealers of servicepunten
om vragen op te helderen.
Voor het rijden
Afb. 8
Gasdrukregelaar (DuoCon-
trol)
4
31
Advertenties
Inhoudsopgave
